Momenteel worden – mede op aandringen van Sportvisserij Nederland – karpers uit de Oostvaardersplassen overgezet naar het Markermeer. De reden is dat de Oostvaardersplassen tijdelijk moeten worden drooggelegd om de rietmoerassen te herstellen.
De Oostvaardersplassen vormen een groot natuurgebied met veel ondiep en voedselrijk water tussen Lelystad en Almere. Het water bevat hierdoor veel vis, voornamelijk karper. Het is een beschermd natuurgebied en er mag dan ook niet worden gevist.
Om het rietmoeras in de Oostvaardersplassen te herstellen, zal het waterpeil drie jaar lang worden verlaagd. Door de waterpeilverlaging zullen de plassen nagenoeg droogvallen. Om vissterfte te voorkomen heeft Sportvisserij Nederland bij de provincie aangedrongen om de vis uit de Oostvaardersplassen naar ander water over te zetten. Daarop heeft de provincie Flevoland aan Sportvisserij Nederland gevraagd mee te denken over een goede bestemming van de in de Oostvaardersplassen aanwezige vis.
Zeventig gezenderde karpers
De beste bestemming voor de aanwezige vis is het naastgelegen Markermeer. Dit is 70 keer groter dan de Oostvaardersplassen en biedt meer dan genoeg ruimte voor de karpers. Op verzoek van de beheerder van het Markermeer (Rijkswaterstaat) diende eerst onderzoek te worden gedaan naar de verspreiding van de karpers na uitzet. Het is namelijk niet de bedoeling dat de karpers na te zijn overgezet massaal naar de omringende wateren zwemmen.
Daarom is Sportvisserij Nederland in maart 2018 samen met de provincie Flevoland, adviesbureau ATKB, Rijkswaterstaat en Staatsbosbeheer een onderzoek gestart naar verspreiding van karper in het Markermeer. Het onderzoek werd mede mogelijk gemaakt door een subsidie van de EU via LIFE IP/Natura 2000.
Hiervoor werden zeventig karpers uit de Oostvaardersplassen operatief voorzien van een zender, waarna ze in het Markermeer werden losgelaten. Via een netwerk van ontvangers rondom het Markermeer kon worden bepaald of de karpers na vrijlating in het Markermeer bleven.
Merendeel karpers honkvast
Alle zeventig karpers werden al snel geregistreerd op de ontvangers, ook als ze doorzwommen naar een zijwater van het Markermeer. Uit de registraties blijkt dat vijftien (21%) van de zeventig karpers naar een zijwater zwommen en niet meer terugkeerden.
De overgrote meerderheid (bijna 80%) van de vissen bleef in het Markermeer. Dit sluit aan bij onderzoek in andere gebieden waaruit blijkt dat het grootste deel van een karperpopulatie slechts een beperkte actieradius heeft. Van de karpers die wegzwommen waren de Randmeren de belangrijkste bestemming.
Daarbij legden enkele exemplaren indrukwekkende afstanden af. Zo zwom karper 37 – na eerst twee maanden bij de uitzetlocatie ter hoogte van Almere te hebben verbleven – naar Muiden en het Gooimeer. Via een tussenstop bij de uitzetlocatie werden daarna Lelystad, Enkhuizen en Schardam aangedaan. Karper 65 zwom na te zijn uitgezet bij Almere naar Lelystad, en ging daarna op zwerftocht langs het Gooimeer, Muiden, Amsterdam en wederom Lelystad.
Op 5 november zijn karpers uit watergangen langs de randen van het gebied overgezet naar het Markermeer.
Overzetten karpers
Op basis van het onderzoek blijkt dat het Markermeer voldoende ruimte biedt om de karpers over te zetten en dat deze niet massaal wegzwemmen. Dit was bepalend voor de toestemming van Rijkswaterstaat om vis te mogen overzetten. Inmiddels zijn alle voorbereidingen getroffen om de karpers uit de Oostvaardersplassen te vangen en over te zetten naar het Markermeer. Zo wordt er in de Oostvaardersplassen een afwateringsysteem met een vangstlocatie gebaggerd, waar de karpers zich verzamelen wanneer het water wordt afgelaten.
Een ingehuurde beroepsvisser zal de vissen vervolgens met een zegen (groot ringnet) vangen en transporteren naar het Markermeer. De eerste hoeveelheid karper is dinsdag 5 november al overgezet. Dit betrof gezonde karpers die zich in watergangen langs de randen van het gebied ophielden. Het overzetten van de karpers zal de komende maanden verder plaatsvinden.
Sterfte door zomerhitte
Op zaterdag 27 juli werd na vier dagen met extreme warmte (+40 °C) een grote vissterfte geconstateerd in de Oostvaardersplassen. De oorzaak van de sterfte was vermoedelijk de ondiepte als gevolg van droogte en de zeer hoge temperaturen. Hierdoor werd het resterende, ondiepe water opgewarmd tot een niveau waarbij veel vis door warmtestress het leven liet.
De sterfte vond plaats twee dagen voordat er – mede op advies van Sportvisserij Nederland – extra water in de Oostvaardersplassen zou worden ingelaten omdat het waterpeil te ver was gezakt.
Helaas kwam die maatregel te laat. Het was ook duidelijk dat er nog een deel van de visstand in leven is. Het resterende visbestand wordt de komende maanden door de beroepsvisser gevangen en overgezet naar het Markermeer. Om hoeveel vis het gaat is nu nog niet duidelijk, maar Sportvisserij Nederland en ook de Provincie Flevoland houden de hoeveelheden bij.
De provincie Flevoland is samen met Staatsbosbeheer verantwoordelijk voor de Oostvaardersplassen en het overzetten van de karpers.
Lees ook: