De overleving van door sportvissers gevangen en teruggezette zeebaars is veel groter dan voorheen werd aangenomen. Dat blijkt uit onlangs door ICES (Internationale Raad voor Onderzoek der Zee) gepresenteerde cijfers over de jaarlijkse wetenschappelijke vangstadviezen voor de Noordzee.
De impact van de hengelsport op het zeebaarsbestand is altijd te hoog ingeschat. Die bedroeg in 2017 volgens ICES 1.627 ton (voor consumptie meegenomen vis en zeebaars die overlijdt na te zijn teruggezet). De scepsis hierover van Europese hengelsportorganisaties bleek meer dan terecht, want na nieuw onderzoek op aandringen van Sportvisserij Nederland, de European Anglers Alliance (EAA) en de European Fishing Tackle Trade Association (EFTTA) is de impact van de sportvisserij bijgesteld naar een
meer realistische waarde van slechts 216 ton. De overleving van door sportvissers gevangen en teruggezette zeebaars is namelijk veel hoger dan werd gedacht: 95% in plaats van 85%.
Ruimte voor bag limit
De grotere overleving houdt in dat er dit jaar al ruimte is om de bag limit van één zeebaars per persoon per dag in ere te herstellen. Sportvisserij Nederland en de EAA zijn met de Europese Commissie en de nationale overheden in onderhandeling om deze maatregel – die in de tweede helft van 2017 van kracht was – zo snel mogelijk weer in te voeren. Om de ambtelijke molens sneller te laten draaien, is hierover een
brief aan Europees commissaris Vella (Visserij) verzonden waarin de Europese Commissie wordt aangespoord om tot proportionaliteit tussen sport- en beroepsvisserij te komen (waarover ook een rechtszaak dient bij Het Hof van Justitie van de Europese Unie). Binnen een paar weken hopen we duidelijkheid te hebben over wanneer sportvissers weer een zeebaars mee naar huis mogen nemen voor eigen consumptie.