Bij onderzoek in opdracht van Rijkswaterstaat zijn bij de langsdammen in de Waal een groot aantal larven ontdekt van de rivierprik. Het aantal duidt er op dat de rivierprik hier heeft gepaaid. Het is voor het eerst dat er zulke sterke aanwijzingen zijn van voorplanting van deze bedreigde en zeldzame vissoort in het Nederlandse deel van de Rijn.
Deze bijzondere ontdekking kan er op duiden dat de langsdammen, die in 2014 zijn aangelegd in het kader van hoogwaterveiligheid, ook een gunstige invloed hebben op de rivierfauna. De larven zijn ontdekt bij onderzoek in de oevergeul bij de langsdammen. Margriet Schoor, ecoloog bij
Rijkswaterstaat: "De bodem van de oevergeul is afgezocht op larven van de rivierprik en de eveneens zeldzame rivierrombout (een libelle). De ontdekte priklarven zijn twee centimeter groot, dat geeft aan dat ze dit jaar uit hun ei zijn gekropen."
In de Nederlandse rivieren die worden gevoed door de Rijn is wel eens eerder een enkele priklarve gevonden, maar die zijn dan vaak aangespoeld. "In de oevergeul bij de langsdam zijn slechts enkele vierkante meters onderzocht. De negen gevonden larven zaten heel dicht bij elkaar. Dat duidt er op dat ze niet vanuit een andere plek hier zijn aangespoeld, maar in de buurt uit hun eieren zijn gekomen. Daardoor duidt deze ontdekking op paai door deze bijzondere vis. Het geeft ook een indicatie van de geschiktheid van de oevergeul achter de langsdam als paai- en opgroeigebied voor riviervissen," aldus Schoor.
Zeldzame trekvis
Rivierprik is een zeldzame en beschermde trekvis, die de rivier opzwemt om te paaien. De soort zet zijn eieren af in zoet water, waarna de larven drie tot vijf jaar ingegraven zitten in de bodem om vervolgens naar monding van de rivier te trekken. Daar verblijft rivierprik gedurende een tot twee jaar om vervolgens de rivieren op te zwemmen om te paaien. In Nederland zijn slechts enkele paailocaties van de soort bekend. Het gaat dan meestal om beken, zoals de Drentsche Aa.
Paaiende rivierprikken. ©Jelmer Herder Digital Nature
Langsdammen in de Waal
Rijkswaterstaat heeft in 2014 langsdammen in de Waal tussen Wamel en Ophemert aangelegd. Een nieuw fenomeen in de Nederlandse rivieren. Een langsdam is een parallel aan de stroomrichting lopende dam, die de rivier scheidt in een brede hoofdgeul voor de scheepvaart en een forse oevergeul. Langsdammen zijn aangelegd voor de hoogwaterveiligheid. Bij hoog water kan het water makkelijker zijn weg vinden, dan bij de bestaande kribben.
Daarnaast verwacht Rijkswaterstaat ook andere positieve effecten van de langsdam, onder andere vanwege zijn unieke mechanisme om het rivierwater te verdelen tussen de beide geulen. Het gaat dan om gunstige effecten op de laagwaterstanden, de vaardiepte voor de scheepvaart, de ontwikkeling van flora en fauna, de waterhuishouding (tegengaan van verdroging), het rivierbeheer en onderhoud (stoppen van de daling van de rivierbodem en verminderen van baggerinspanning). Rijkswaterstaat onderzoekt met partners de verschillende soorten effecten.
Onderwaterstofzuiger
Bureau Waardenburg heeft het onderzoek uitgevoerd in opdracht van Rijkswaterstaat. Het onderzoeksbureau heeft hiervoor een onderwaterstofzuiger ontwikkeld (airlift), waarmee je op een effectieve en diervriendelijke manier de rivierbodem kunt bemonsteren. De buis van onderwaterstofzuiger hangt vlak boven de rivierbodem. Onder in de buis wordt lucht gespoten. Doordat de lucht omhoog gaat, ontstaat een opwaartse waterstroom. Deze waterstroom zuigt sediment en diertjes die in de bodem leven door de buis omhoog. Alles wordt opgevangen en door een zeef geleid. Zand, grind, slib en de aanwezige diertjes worden van elkaar gescheiden. De onderzoeker kan daarna de soorten en hoeveelheden diertjes vaststellen. Volgend jaar wordt met dezelfde methode ook op andere plekken langs de rivier de rivierbodem onderzocht.
Meer weten over de rivierprik? Check onze
Vissengids!Bron:
Rijkswaterstaat