Wist je dat? Visbroed onder vuur.

5985
26 aug 2016

In de zomerperiode zie je vaak grote aantallen visbroed zwemmen. Soms zijn dit scholen van wel duizenden visjes. Een jaar later is daar nog maar een fractie van over. Het leven van een visbroedje gaat namelijk niet over rozen.

Het gevaar ligt al vroeg in het jonge vissenleven op de loer. Meteen nadat het vrouwtje de eitjes heeft afgezet, worden deze opgegeten door andere vissen. Dit is ook de reden dat vrouwtjesvissen duizenden eitjes produceren.

Overigens is deze wegvraat niet alleen toe te schrijven aan notoire kuitrovers zoals de paling – elke vis lust op zijn tijd een lekker hapje kuit. Ook wanneer de visjes uit het ei komen, zijn ze hun leven niet zeker. Deze eiwitrijke aanvulling op het dieet laat vrijwel geen enkele vissoort aan zich voorbij gaan.


Visbroed in de Maarsseveende Plassen, tussen het fonteinkruid


Roof- en prooivis


Visbroed dat in scholen rondscharrelt, mag daarbij rekenen op de warme aandacht van zowel volwassen als jonge roofvis. Baars en snoek paaien al vroeg in het voorjaar, zodat de jonge roofvis in lengte voorloopt op bijvoorbeeld de blankvoorn en brasem.

Dat heeft de natuur natuurlijk niet voor niets zo geregeld: dankzij het verschil in grootte passen de prooivisjes gemakkelijk in de hongerige roofvisbekken. Overigens schoolt niet alleen visbroed samen. Volwassen baarzen doen dit ook, juist om zoveel mogelijk visjes in het nauw te kunnen drijven en vervolgens naar binnen te slokken.

Visetende vogels


Ook tal van vogelsoorten zijn erg bedreven in het vangen van kleine vis. De fuut is een bekend voorbeeld. Deze sierlijke viseter jaagt de hele dag onvermoeibaar op visjes met een lengte van twee tot tien centimeter.


IJsvogel

De fraaist uitziende viseter is de ijsvogel. Deze blauwe schicht duikt vaak vanaf een overhangende tak naar kleine visjes. En daarbij heeft de ‘kingfisher’ – de Engelse naam van de ijsvogel zegt het al – vaak succes. Maar dat is nog lang niet alles: ook reigers, lepelaars, meeuwen, visdiefjes, zwarte sterns, nonnetjes en zaagbekken zijn gek op kleine visjes.

Minder voedsel


Behalve kuit- en viseters hebben ook de waterkwaliteit, het voedselaanbod en de in het water aanwezige beschutting invloed op de overleving van het visbroed in het eerste levensjaar.

Een nieuw (en mogelijk groot) gevaar voor de aanwas van jonge vis schuilt in de sterke afname van de voedselrijkdom van het oppervlaktewater die zich momenteel voordoet. In wateren die vroeger rood kleurden van de watervlooien, komt nu vrijwel geen dierlijk plankton meer voor. Aangezien dit het belangrijkste voedsel is voor jonge vis, groeit mogelijk steeds minder visbroed uit tot echte kanjers.


Om u de beste gebruikservaring te kunnen bieden, gebruiken wij cookies. Voor meer inhoudelijke informatie en het onderscheid die wij hier in maken, verwijzen wij u door naar ons. cookiebeleid.