Na speurwerk zijn ‘het steurmeisje’
en ‘de steurjongen’ onlangs gelokaliseerd.
Hun herinneringen bevestigen
dat de laatste steur van Hardinxveld-
Giessendam een echte dwaalgast
was.
De zeldzame bijvangst op
de Nieuwe Merwede zorgde binnen
de lokale visserijgemeenschap voor
een volksoploop. “Mijn vader zocht
me op tussen mijn kameraden en
riep: “Kom ga mee, er is een steur
gevangen!” vertelt Willem Lavooi (78)
uit Gorinchem.
“Een steur had ik nog nooit gezien.
Wel kende ik verhalen van vroeger.
De steur was vastgebonden aan een
zalmschouw waarmee in die tijd nog
volop gevist werd met de zalmzegen.
In zo’n net was die vis van dik 2,5
meter binnengehaald. Een unicum
was het!”
Afstrijken
“Zalm was de hoofdmoot van zijn
toenmalige handel. Die gingen allemaal
de rokerij in en werden daarna
verkocht. Maar ver voor die laatste
steur werd gevangen, was de eindtijd
van zalm al in zicht. De beroepsvisserij
ging over op paling. Sporadisch
werden voor consumptie ook grote
hoeveelheden voorn gevangen.
Vooral vlak na de oorlog toen er in
één trek 3.000 pond boven water
kwam.”
“Steur was ook prima te eten,” zei
men, “maar de handel was al tijden
allesbehalve gangbaar. Van steur
werd kaviaar geoogst wist ik, maar
op de kade werd al snel duidelijk dat
eigenlijk niemand nog goed wist hoe
het afstrijken ging. De steur werd
verkocht zoals hij was gevangen, met
of zonder kuit. Of er kaviaar in zat
was niet goed te zien. Kaviaar prepareren
was ook al in geen tijden een
Nederlandse specialiteit, dus die
hele onderneming met die laatste
steur was uiterst precair.”
Janny Slingerland-Klop was als vijfjarige getuige van de laatste steur die in de Rijn werd gevangen.
88 gulden
In de verhandeling ‘Hardinxveld en
de riviervisserij’ beschrijven D.J. de
Jong e.a. dat het met die laatste
steur op 26 juni 1952 inderdaad
helemaal mis ging. “Toen de vissers
hun vangst naast de boot hadden,
maakten ze een grote fout. Ze
trokken deze wijfjessteur namelijk
over de bootrand binnenboord om
haar te kulken. Daarna voeren ze
naar Boven-Hardinxveld, waar het
gewicht geschat werd op 205 pond,
met een lengte van 2,60 meter.
Door
het over de bootrand trekken van de
vis was de kuit veranderd in een
vieze brei. Zodoende had alleen het
vlees waarde. Dit bracht 88 gulden
op. Weer werd een hoofdstuk over de
aloude mens-natuur-relatie voor
ons land afgesloten.”
Visfileerder
Willem Lavooi herinnert zich nog de
geur van carbol die zich in die tijd
opdrong vanuit de benedenstroomse
rivieren. Het vermengde zich met
andere chemische luchtjes waar
met tussenpozen zelfs de vis naar
gingen ruiken. “Die vis was ongeschikt
voor consumptie en dat was
de doodsteek voor de handel en voor
de zalmstand,” weet Lavooi.
“Ik heb mijn hele leven in de vishandel
gewerkt, als vissnijder of visfileerder.
Ik was onder meer jarenlang in dienst
bij Schmidt Zeevis Rotterdam. Daar
kwam ik met alle soorten vis in aanraking.
Alleen voor tonijn hadden we een
specialist in dienst, een Marokkaan
die razendsnel en uiterst secuur te
werk ging. Met alle andere vissen kon
ik zelf uitstekend overweg. Toch heb ik
in al die jaren nooit meer een steur voorbij zien komen. Ook kan ik me niet herinneren dat er nadien in de Merwede nog steuren zijn gevangen. Als we het water weer volledig schoon kunnen krijgen, keren de trekvissen van weleer misschien nog eens terug. Ik hoor en lees dat dan
ook de infrastructuur voor zalm,
steur, paling en zeeforel moet verbeteren.
Nou, dat zal mijn tijd nog wel
duren.”
Postcode Loterij steunt steurenproject
In 2012 werden 47 steuren uitgezet in de Waal bij Nijmegen en in de Oude
Maas bij Rotterdam. Deze herintroductie
was een initiatief van het
Wereld Natuur Fonds, ARK Natuurontwikkeling
en Sportvisserij Nederland.
Het leefgebied voor de steur is
de afgelopen jaren hersteld, rivierwater
is schoner en de visserij duurzamer.
Daarom achten de organisaties
de tijd rijp om deze indrukwekkende
zoetwatervis -ouder dan de dinosaurus-
weer in de Nederlandse rivieren
terug te brengen.
Na meer dan 50 jaar afwezigheid is
de Atlantische steur weer terug in
Nederland. De actie werd in juni
2015 herhaald. In de Rijn bij Spijk, op
de grens met Duitsland, zijn tientallen
steuren zijn uitgezet. Het project
wordt gesteund door de Postcode
Loterij. Op de website
www.steureninnederland.nl staat meer informatie
over de steur en het steurenproject.
Steurmeisje
Ook de 68-jarige Janny Slingerland-Klop uit Werkendam herinnert zich de
steur waar Willem op de wal bij stond.
Janny is het meisje in de zalmschouw
op de zwart-witfoto waar het prehistorische
gevaarte mee werd aangeland.
“Als vijfjarig meisje was die ontmoeting ook voor mij speciaal. Ik
had nog nooit zo’n grote vis gezien.”
Slingerland-Klop herinnert zich dat
het bijzondere exemplaar vol trots
door de vissers aan de hele buurt
werd getoond. Dat gebeurde vlak bij
het huis waar ze woonde. Ze bewaart
thuis nog altijd een kopie van de foto
en vertelt dat ze tot op de dag van
vandaag iets met steuren heeft. “In
het tuincentrum ga ik altijd even
kijken.”
Zoektocht
ARK Natuurontwikkeling zorgde
begin dit jaar voor een ‘Opsporing
Verzocht’ naar het steurmeisje en
de steurjongen. Dat initiatief leidde
naar de laatste ooggetuigen van de
steur van Hardinxveld-Giessendam.
De historische foto die de aanleiding
was van de zoektocht staat
volgens de organisaties symbool
voor het uitsterven van de steur in
Nederland.
Ooit was de Rijn een van de belangrijkste leefgebieden van
de Europese Atlantische steur
(Acipenser sturio). De vis had zijn
geboortegrond 800 kilometer
stroomopwaarts in Duitsland, zakte
in zijn jeugd de Rijn af om in de
brakke delta en vervolgens in de
Noordzee op te groeien. Later
keerden volwassen steuren terug
naar de rivier om zich voort te
planten.
Vervuiling, overbevissing en grindwinning
zorgden er voor dat de steur
midden vorige eeuw verdwenen was.
De waterkwaliteit op de rivier is
inmiddels verbeterd en de opening
van de Haringvlietsluizen in 2018
maakt vismigratie mogelijk.
ARK werkt samen met WNF en
Sportvisserij Nederland in een
coalitie van zes organisaties van het
Droomfondsproject Haringvliet, en
met steun van de Nationale Postcode
Loterij, aan herintroductie van
een zelfredzame steurenpopulatie in
de Hollandse delta en in de Rijn.
Als
eerste aanzet voor de terugkeer van
de steur zijn inmiddels honderd
gezenderde steuren uitgezet in de
Rijn. Een aantal is teruggevangen en
na vangstmelding weer vrijgelaten,
zodat ze kunnen opgroeien, paairijp
worden en hopelijk terugkeren en
net als vroeger de Rijn op zwemmen
om te paaien.
Zeven steuren in de galg
In retroperspectief was de laatste in Nederland gevangen
steur een dwaalgast. In een eerdere Visionairpublicatie over
de teloorgang van de steur in Nederland wordt omschreven
hoe rond 1600 in de IJssel nog aanzienlijk veel steur werd
gevangen. In 1821 zou bij Kampen al de laatste steur uit de
rivier zijn gehaald. In de benedenrivieren zijn volgens bronnen
in 1896 nog 602 volwassen steuren aangeland als bijvangst
van de zalmvisserij. Rond 1920 was de steur vrijwel geheel
verdwenen uit de Rijn. Alleen op de Noordzee kwam in 1965
nog een exemplaar boven water.
In Vissers van de Wal, een boek van Dirk Kapelle (2003, Uitgeverij
Verse Hoeven) met interviews met veelal gepensioneerde
beroepsvissers, wordt door een aantal sprekers herinneringen
opgehaald aan bijvangsten van steur. Zo herinnert tijdens
het interview de dan 86-jarige Gerrit Verbeek uit Veen zich dat
hij “lang geleden één keer” een steur ving in het rivierengebied. Kees van der Tak uit Woudrichem ving “er eens zeven
toen we met de galg visten. Het was toen gesloten tijd voor de
steuren en de vissen ging terug het water in.”
Van der Tak zal een van de laatste Nederlanders zijn geweest
die de steur nog heeft gegeten. “Steuren hebben van voren
een gurgelgat. Daar kon je zo je hand in steken. Met een touw
zo door z’n kaak legde je dan daar dan een steek op en dan
trokken we ‘m zo op de kant. Dan werd ie vastgelegd. Later
afslaan en dan zo op de kar. Steur smaakt lekker hoor. De kuit
is nog lekkerder, maar die kregen wij niet. De graten mochten
we afkluiven.”