De VISpas biedt veel waar voor zijn geld. Voor circa € 35,- per jaar mag je in heel veel Nederlandse wateren vissen. Toch valt er op dit gebied nog veel te winnen. Daarom zet Sportvisserij Nederland in 2016 extra in op het landelijk inbrengen van viswateren door hengelsportfederaties en -verenigingen.
De sportvisser wil het liefst met één
VISpas overal in Nederland kunnen vissen. “Dat is ook het streven van Sportvisserij Nederland”, zegt voorzitter Menno Knip. “Het is immers verre van ideaal om speciaal lid te moeten worden van een andere hengelsportvereniging als je wilt gaan vissen op een bepaald water dat nog niet landelijk is ingebracht. Nu is er gelukkig al heel veel water opgenomen in de VISpas, maar het kan altijd beter.”
Daarom staat het inbrengen van nog ontbrekende (delen van) wateren in de
Gezamenlijke Lijst van Nederlandse Viswateren hoog op de agenda voor 2016.
Menno KnipOverzichtskaart
Hengelsportfederaties en -verenigingen huren visrechten via overeenkomsten met gemeenten, waterschappen en Rijkswaterstaat. Die stellen ze beschikbaar aan hun eigen leden, maar helaas niet altijd aan VISpashouders die lid zijn van een andere vereniging.
Knip: “Om deze problematiek scherp in beeld te krijgen is in het kader van het project ‘Meer water in de VISpas’ een overzichtskaart van Nederland gemaakt. Die kleurt van blauw in Noordoost Nederland (vrijwel al het water landelijk ingebracht) naar rood in Zuidwest Nederland (zo goed als niets landelijk ingebracht). We zien dus duidelijk waar de knelpunten zitten.”
Viswater inbrengen
Het waarom van die knelpunten laat zich goeddeels verklaren door lokale belangen en de angst dat er een run ontstaat op bepaalde wateren. “Die angst is echter ongegrond”, zegt Knip. “Het inbrengen van wateren leidt niet tot een daling van het aantal leden of een plotselinge toeloop van sportvissers van andere verenigingen. De doorsnee sportvisser vist gemiddeld namelijk niet verder dan 15 km van zijn woonplaats.”
Volgens Knip is het een kwestie van over de eigen schaduw heen stappen en wateren inbrengen in de Gezamenlijke Lijst van Nederlandse Viswateren. “Het uitwisselen van viswater dient de belangen van de sportvissers. Dit leidt tot ledengroei, meer saamhorigheid en versterking van de sportvisserij.”
Steentje bijdragen
Uiteraard heeft Knip begrip voor verenigingen die hun lokale water of visvijver niet landelijk inbrengen. “Die kleine wateren hebben echt een verenigingsfunctie. Het gaat ons juist om de grotere viswateren met een bovenregionaal belang voor de sportvisserij. Die horen wat ons betreft allemaal en volledig thuis in de Gezamenlijke Lijst van Nederlandse Viswateren.”
Daar kan de individuele sportvisser ook zijn steentje aan bijdragen. “Als lid van een hengelsportvereniging kun je het punt van vismogelijkheden bieden aan collega sportvissers aan de orde stellen bij de algemene ledenvergadering. Zo kunnen we het sportvissen zo laagdrempelig mogelijk maken en houden voor de ruim anderhalf miljoen mensen die graag in ons land vissen.”
Cijfers 2015
Het aantal VISpashouders groeide in 2015, zij het bescheiden in vergelijking met voorgaande jaren. Met een stijging van vijfhonderd exemplaren kwam het totaal van bij een hengelsportvereniging aangesloten sportvissers uit op 524.653. Daarbij werden er vorig jaar iets meer dan 40.000
Nachtvistoestemmingen (+17%), ruim 15.000
Derde hengeltoestemmingen (+23%) en 9.000
MeeVIStoestemmingen (nieuw voor 2015) uitgegeven.