Sardien
Haringen
Sardina pilchardus, (Walbaum, 1792)*
Lengte afgebeelde vis: 0 cm
Lengte tot circa: 25 cm
Toelichting
Herkenning: 1. Bekspleet niet tot achter de ogen. 2. Kieuwdeksels met radiale groeven. 3. Rug groen tot bruingroen, zijkant zilverkleurig, soms brons met zwarte vlekjes ter hoogte van oog. 4. Met 28-30 schubben halverwege de flank tussen kop en staartvin. Inplant buikvinnen achter de voorkant van de rugvin. Geen scherpe kiel.
Verspreiding: Atlantische kust van Zuid- Europa, Noordzee. Langs Nederlandse kust voornamelijk in de zomer, niet algemeen en niet in de estuaria.
Leefwijze: Leeft vrijzwemmend in scholen op een diepte van 10-60 meter. Paait gedurende het hele jaar in open zee met een top in mei tot juli.
Voedsel: Dierlijk plankton.
Naamgeving: Pilchard Sardine Sardine
Een "V" betekent dat de vissoort in de Visserijwet is opgenomen.
Meer informatie
* Naam van de eerste auteur die de vissoort een wetenschappelijke naam gaf, en het jaar waarin dat gebeurde. Is de eerste wetenschappelijke naam nadien gewijzigd, dan staan de auteursnaam en het jaartal tussen haakjes.