Siberische steur
Steuren
Acipenser baerii , Brandt, 1869*
Lengte afgebeelde vis: 100 cm
Lengte tot circa: 200 cm
Toelichting
Herkenning: 1. De beenplaten op de flanken hebben dezelfde kleur als het lichaam. 2. Vijf rijen beenplaten; aantal beenplaten per rij: 10-19 op de rugzijde, 32-59 op de flanken en 7-16 op de buikzijde. Met kleine, stervormige beenplaatjes tussen de grote. 3. Geen beenplaten achter de rugvin en achter de anaalvin aanwezig. 4. Verder als bij de Europese steur.
Verspreiding: Uitheems, zeldzaam. Zowel in zout als zoet water. Komt van oorsprong voor in de voormalige Sovjet Unie (Siberië) en Azië. De Siberische steur is evenals de andere uitheemse steuren in Nederland geïntroduceerd via uitzettingen van tuinvijver- en aquariumliefhebbers en ontsnappingen uit sierviskwekerijen en –handels. Komt in Nederland vooral voor in rivieren.
Leefwijze:
Voedsel: Bodemdiertjes als insectenlarven, wormen en kreeftachtigen.
Naamgeving: Siberian sturgeon Sibirischer Stör Esturgeon sibérien
Een leeg cirkeltje geeft aan dat de vissoort niet in één van de wetten voorkomt.
Meer informatie
* Naam van de eerste auteur die de vissoort een wetenschappelijke naam gaf, en het jaar waarin dat gebeurde. Is de eerste wetenschappelijke naam nadien gewijzigd, dan staan de auteursnaam en het jaartal tussen haakjes.