Beekprik
Prikken
Lampetra planeri, (Bloch, 1784)*
Lengte afgebeelde vis: 0 cm
Lengte tot circa: 20 cm
Toelichting
Herkenning: 1. De zuigbek van de volwassen beekprik is voorzien van een rasp-schijf, die is bezet met een gering aantal, nauwelijks zichtbare tandjes. 2. Er zijn aan elke zijde 7 kieuwopeningen aanwezig. 3. De beide rugvinnen zijn vrijwel aaneengegroeid.
Verspreiding: In beken van landen rond de Noordzee en Oostzee, inclusief West-Frankrijk en de Britse Eilanden. In Nederland zeldzaam; komt plaatselijk voor in beken.
Leefwijze: De larve van de beekprik (herkenbaar door het ontbreken van ogen) leeft vrijwel geheel ingegraven in de bodem. De beekprik leeft gedurende 3 à 4 jaar als larve en kent een kortdurend volwassen stadium van een half jaar.
Voedsel: Algen en andere kleine voedseldeeltjes, die ze uit het langsstromende water filteren. Volwassen exemplaren (deze bezitten wèl ogen) voeden zich niet en leven slechts enkele maanden.
Naamgeving: Brook lamprey Bachneunauge Lamproie de planer
Een "R" betekent dat de vissoort is opgenomen op de Rode lijst.
Meer informatie
* Naam van de eerste auteur die de vissoort een wetenschappelijke naam gaf, en het jaar waarin dat gebeurde. Is de eerste wetenschappelijke naam nadien gewijzigd, dan staan de auteursnaam en het jaartal tussen haakjes.