Snoek
Snoeken
Esox lucius, Linnaeus, 1758*
Gesloten tijd van 1 maart t/m 30 mei
Lengte afgebeelde vis: 80 cm
Lengte tot circa: 140 cm
Toelichting
Herkenning: 1. Anaalvin en rugvin bevinden zich ver achterwaarts op het lichaam. 2. De kop loopt uit in een platte, brede bek. 3. Het lichaam is getekend met goudkleurige stippen of strepen.
Verspreiding: De snoek is wijd verspreid over het noordelijk halfrond. In Europa komt de soort bijna overal voor, behalve in het uiterste noorden. Buiten Europa wordt de snoek aangetroffen in Rusland, Alaska en Canada. In Nederland algemeen.
Leefwijze: De snoek komt voor in de meeste watertypen in Nederland. De snoek heeft een voorkeur voor heldere wateren, omgeven door plantenrijke oeverzones. Waterplanten zijn vooral van belang als paaisubstraat en als schuilgelegenheid voor de jonge snoek. Snoek is al vanaf een lengte van 5 cm visetend. Snoek paait van half maart tot eind mei.
Voedsel: Snoek eet hoofdzakelijk vis.
Naamgeving: Pike Hecht Brochet
Een "V" betekent dat de vissoort in de Visserijwet is opgenomen.
Meer informatie
* Naam van de eerste auteur die de vissoort een wetenschappelijke naam gaf, en het jaar waarin dat gebeurde. Is de eerste wetenschappelijke naam nadien gewijzigd, dan staan de auteursnaam en het jaartal tussen haakjes.