De zeebaarsvisserij met kunstaas heeft zich in de laatste tien jaar stormachtig ontwikkeld. Het zware en lompe materiaal uit de begintijd dat er in ons land op zeebaars werd gevist, heeft plaatsgemaakt voor specialistisch materiaal. Toch wordt er ook nu nog steeds veel te vaak naar (te) zwaar materiaal gegrepen, betoogt Harold Speksnijders. “Die overkill is nergens voor nodig en doet geen recht aan een fantastische sportvis als de zeebaars.”
Toen de zeebaarsvisserij zo’n 25 jaar geleden beetje bij beetje op gang kwam in ons land, gebeurde dat eerst met de strandhengel. Iets later volgde de visserij met kunstaas. Dat gebeurde met een zware uitrusting – veelal een karperhengel voorzien van een forse molen – om de zware bucktails, werppilkers, pluggen en werploodjes van ca. 80 gram in combinatie met een onderlijn voorzien van enkele witte pluimen weg te kunnen zetten. De eerste ‘pioniers’ die zich in die tijd bezighielden met de kunstaasvisserij op zeebaars, namen het met de sportiviteit vaak niet zo nauw. Zeebaars bracht geld in het laatje, dus het was zaak de vis snel te landen. Die focus op stevig en zwaar materiaal voor het vissen op zeebaars is ook vele jaren nadien nog altijd gemeengoed. Deze overkill is echter helemaal nergens voor nodig.
Lees hier het hele artikel. (PDF)
-> meer roofvissen