In de serie de Twaalf Provinciën vist Limburger en international Dieter Friederichs een thuiswedstrijd in Maastricht. Hij laat zien waarom hij met zijn Grauvell-team goud won op het WK Korpsen en met de Nederlandse ploeg brons in de wacht sleepte op het EK in Tsjechië.
Hier lees je meer over hoe Dieter het er in Maastricht van af bracht. Hieronder staan nog enkele nuttige tips van deze Limburgse wedstrijdcrack.
Van dit formaat met aas – maden, casters, maïs of een cocktail van deze aassoorten – gevulde voerballen gooit Dieter er zes stuks te water aan het begin van zijn vissessie. Daarna voert hij, afhankelijk van de bijtlust van de vis, alleen nog kleine porties aas bij in de vorm van maden of voerballetjes.
In het begin van de sessie is het een kwestie van aftasten om te proberen de vis te vinden. Daarom start Dieter altijd met een driftende aasaanbieding. Is de vis eenmaal gelokaliseerd, dan schakelt hij over op half blokkend vissen om zijn stek zorgvuldig af te kunnen romen.
Dieter kiest zijn dobber zo licht mogelijk – deze mag in de stroming tot een hoek van zestig graden kantelen, dan is het nog mogelijk om je aas aan de bodem te houden – en vrijwel altijd voor het olijfvormige type van Colmic. Alleen in hard stromend water schakelt hij over op vlagdobbers.
Het is niet Limburgs mooiste, maar Dieter is ook blij met deze brasem. De vis liet zich foppen door een loodmontage voor stropmend water waarbij al het lood net boven de onderlijn wordt geplaatst, in combinatie met een verklikkerloodje daar onder. Zo kun je de dobber 'blokken' en het aas op de voerplek houden.