De steenbolk (Trisopterus luscus) staat letterlijk en figuurlijk in de schaduw van zijn grote neef, de kabeljauw. Toch is het wijdverbreide misprijzen voor dit onderdeurtje uit de orde der kabeljauwachtigen onterecht.
(Foto: Janny Bosman)
Steenbolk is een typische wintervis. Qua uiterlijk is hij te vergelijken met de kabeljauw, zij het dat de steenbolk een korter en hoger lichaam heeft. Ook de baarddraad die veel andere kabeljauwachtigen hebben, is aanwezig. Deze dient als tast- en smaakzintuig bij de jacht op kleine bodemdieren en visjes. De rug is koperbruin met een goudachtige, lichtgevende schijn en de kleur verloopt naar
lichter rossig bruin op de zijkanten. Op de flanken bevinden zich vier tot vijf donkerbruine vertikaalbanden, die vaak verbleken zodra de vis boven water komt.
Lage prijs
Een van de bijnamen van de steenbolk luidt armeluis kabeljauw. Het is met een maximumlengte van 50 centimeter een relatief kleine vis – wat niet zo gek is als je bedenkt dat deze soort slechts vier jaar oud wordt – die voor de beroepsvisserij nooit belangrijk is geweest omdat het zachte visvlees snel bederft. De prijs die op de afslag voor steenbolk, als bijvangst van andere bodemvisserijen, wordt betaald is dan ook laag (minder dan een euro per kilo). Dit maakte hem in vroeger tijden tot voedsel voor de armen. Tegenwoordig belandt de steenbolk doorgaans niet meer op een bord, maar wordt hij vermalen tot vismeel.
Smakelijk
Toch is de steenbolk een bijzonder smakelijke vis. Het vlees is te vergelijken met wijting – steenwijting is dan ook een bijnaam van de steenbolk – en wordt door de kenners sterk gewaardeerd. Een belangrijke voorwaarde is wel dat de vis kakelvers is, maar dat is voor sportvissers natuurlijk geen enkel probleem. Je kunt er in de keuken ook alle kanten mee op: lekkerbekjes van maken, bakken (op het vel), stomen, in de oven bereiden, als stoofpotje serveren of in de vissoep doen. En het is volgens de
VISwijzer ook nog eens een verantwoord visje om te eten.