De laatste jaren was er nog geen sprake van verbetering wat de intrek van ‘glasaal’ (jonge aal) betreft. Dit wordt teruggezien in de aantallen die bij de kruisnetmonitoring langs de Nederlandse kust gemeten worden. Met spanning wordt gekeken naar dit voorjaar naar de komst van de nieuwe generatie.
Ieder voorjaar, met meestal een piek in april, trekken de jonge doorzichtige ‘glasalen’ vanaf zee onze binnenwateren in. Op een groot aantal punten langs de Nederlandse kust worden hun aantallen gemonitord met een kruisnet. Dit gebeurt veelal bij obstakels op de migratieroute, zoals gemalen en sluizen. Hierdoor worden de migratieknelpunten voor glasaal en soorten als driedoornige stekelbaars in beeld gebracht zodat waterbeheerders maatregelen kunnen nemen om de intrekmogelijkheden te verbeteren.
Met de gegevens kunnen we ook de aantalsontwikkelingen volgen. In 2017 bedroeg de aanwas van glasaal in de landen rond de Noordzee
1,6 procent ten opzichte van de aantallen die in de jaren ’60 en ’70 gemeten zijn (PDF; 1,7 MB). Vanaf het jaar 2001 schommelt de index rond het huidige lage niveau. De soort is daarom opgenomen als ‘ernstig bedreigd’ op de internationale Rode Lijst van bedreigde diersoorten. Een lichtpuntje was 2014 toen internationaal een lichte verhoging naar 4 procent werd gemeten; ook in Nederland kwam dit naar voren in de monitoring. Helaas zette dit niet door en was de ICES-index ook de afgelopen jaren laag. In de monitoring langs het Noordzeekanaal en van de regio Zuid-Holland zakten de aantallen in 2017 zelfs terug naar het laagste niveau sinds het begin van de metingen in 2014 en 2015.
De internationale ICES-glasaalindex in de Noordzee vanaf 2014; en de resultaten van de metingen op locaties langs het Noordzeekanaal vanaf 2014 en in Zuid-Holland vanaf 2015 (Bron: WGEEL 2017 en RAVON)
Informatieavonden
Binnen de verschillende monitoringsprojecten wordt daarom met spanning uitgekeken naar de komst van de glasaal komend voorjaar. Dit jaar trapt de ‘Werkgroep Ecologische Monitoring Noordzeekanaal en Ommelanden’ af op 1 februari. Vervolgens start de ‘Samen voor de Aal’ monitoring in Zeeland en Zuid-Holland op 12 februari. Informatieavonden over het onderzoek en de resultaten zijn in Zuid-Holland (Rotterdam) op 5 februari en in Zeeland (Middelburg) op 8 februari. Wageningen Marine Research start 1 maart met de monitoring voor de landelijke glasaalindex.
Help mee!
Tientallen vrijwilligers en een aantal beroepsvissers gaan op ruim 50 locaties monitoren. Heb je interesse in de monitoring, wil je eens komen kijken of één van de vrijwilligersteams versterken? Dat kan! Neem dan contact op met
RAVON voor de
40 locaties in Zeeland, Zuid-Holland en langs het Noordzeekanaal, of met
Wageningen Marine Research voor de
11 locaties langs de kust voor de glasaal-index.
Tekst en uitleg over glasaalmonitoring door vrijwilligersteams in het kader van ‘Samen voor de Aal’ en de ‘Werkgroep Ecologische Monitoring Noordzeekanaal’. (Bron: Arthur de Bruin)
Lees alles over de paling en de terugzetverplichting in ons
Dossier.