Hengelsportzaak Wout van Leeuwen gaat – met juridische ondersteuning van Sportvisserij Nederland – in hoger beroep tegen de uitspraak van de Rechtbank Rotterdam. Het gaat om het afgewezen bezwaar dat de hengelsportwinkelier tegen de staand wantvisserij in het Rotterdamse zeehavengebied had aangetekend.
Begin 2016 had
Wout van Leeuwen Fishing & Outdoor bezwaar aangetekend tegen het besluit van het
ministerie van Economische Zaken om twee vergunningen te verlenen aan beroepsvissers om met staand want te vissen in het Rotterdamse zeehavengebied. De staatssecretaris van Economische Zaken heeft dit bezwaar vervolgens niet
ontvankelijk verklaard en om die reden inhoudelijk niet behandeld. Volgens de staatssecretaris heeft Wout van Leeuwen namelijk ‘geen direct eigen belang bij het besluit tot vergunningverlening’ en dat is wel vereist om op grond van de Algemene wet bestuursrecht als belanghebbende te worden aangemerkt. Alleen belanghebbenden kunnen in Nederland besluiten van bestuursorganen aanvechten.
Raad van State
Tegen het besluit om haar bezwaar inhoudelijk
niet te behandelen heeft Wout van
Leeuwen beroep ingesteld bij de Rechtbank
Rotterdam. Deze heeft in januari uitspraak
gedaan. De rechtbank heeft alle argumenten
beoordeeld en ging deels mee
in de door Wout van Leeuwen aangevoerde
lijn. De rechtbank was echter van mening
dat onvoldoende duidelijk is aangetoond
dat er een verband was tussen het verlenen van de vergunningen en de schade die
Wout van Leeuwen hierdoor lijdt. Na overleg
met Sportvisserij Nederland heeft Wout
van Leeuwen besloten om in hoger beroep
te gaan tegen deze uitspraak. Dit is begin februari dit jaar gedaan via de hoogste bestuursrechter: de Raad van State. Financiële schade
Wout van Leeuwen is namelijk van mening
dat er wel degelijk sprake is van een oorzakelijk verband tussen het verlenen
van de vergunningen om met staand want
te mogen vissen en de financiële schade
die de hengelsportzaak lijdt ten gevolge
van het wegblijven van sportvissers uit het
Rotterdamse zeehavengebied. Daarnaast
zijn de juristen van Sportvisserij Nederland
van mening dat de rechtbank bepaalde
door haar aangevoerde uitspraken niet
voldoende heeft meegewogen in haar oordeel.
Sportvisserij Nederland stelt zich op
het standpunt dat hengelsportwinkeliers
als Wout van Leeuwen ook aangemerkt
zouden moeten worden als belanghebbende
in dit soort juridische
kwesties. Hengelsportzaken
ondervinden immers directe,
aantoonbare en zeer negatieve
effecten van besluiten
die de sportvisserij schaden.
Bron:
Hét Visblad