De overheid erkent dat de vissterfte bij de waterkrachtcentrales van Linne en Lith nu nog ver boven de norm is en komt in beweging om hier een einde aan te maken. Dat antwoordt minister Schultz van Haegen (Infrastructuur en Milieu) op Kamervragen die PvdA-Tweede Kamerlid Lutz Jacobi haar op 18 januari stelde.
Naar aanleiding van de motie Jacobi heeft intensief overleg plaatsgevonden tussen het ministerie van Infrastructuur en Milieu en Essent en Nuon (exploitanten van de waterkrachtcentrales bij respectievelijk Linne en Lith). Daarbij heeft Rijkswaterstaat medegedeeld dat uiterlijk 1 juli 2016 een ontvankelijke aanvraag voor een vergunning, op grond van de Waterwet, door Essent en Nuon moet worden ingediend voor de drie waterkrachtcentrales in de Maas. Daarin moet worden onderbouwd welke maatregelen door beide energiemaatschappijen worden getroffen om de cumulatieve vissterfte per rivier beneden de 10% te brengen. Ook dienen zij aan te geven binnen welke termijn deze maatregelen zijn gerealiseerd. Indien er na 1 juli 2016 geen ontvankelijke aanvraag is ontvangen, zal minister Schultz van Haegen (Infrastructuur en Milieu) zich beraden omtrent de verder te nemen stappen, waaronder het opstarten van een handhavingstraject.
Klik
hier voor de brief met alle antwoorden van minister Schultz van Haegen op de Kamervragen van Lutz Jacobi. Sportvisserij Nederland volgt de ontwikkelingen in dit dossier op de voet en we kijken uit naar de datum van 1 juli 2016, wanneer een ontvankelijke aanvraag voor een vergunning voor waterkrachtcentrales in de Maas moet zijn ingediend.