In de Duits-Nederlandse grensregio liep van 2017 tot 2021 het Europese Interreg-project Groen Blauwe Rijn Alliantie. Hierbij is door Sportvisserij Nederland en negen partners uit Duitsland en Nederland gezamenlijk gewerkt aan de grensoverschrijdende ecologische verbindingen, zoals het oplossen van knelpunten in de migratieroutes van trekvissen.
De Rijn is een belangrijke migratieroute voor diverse vissoorten. Ooit herbergde deze rivier een zeer rijk visbestand, met sterke populaties van tot de verbeelding sprekende vissoorten als zalm, aal, elft en steur. In de voorbije eeuwen is de Rijn door mensen beteugeld en als gevolg daarvan gingen de kenmerkende vispopulaties hard achteruit.
Sinds de jaren ’90 wordt volop gewerkt aan herstel, maar door gebrekkig inzicht in de huidige omvang, ontwikkelingen en bedreigingen van de trekvisbestanden gaat dit met vallen en opstaan.
Duits-Nederlands
Om het herstel van de Rijn een boost te geven, heeft Sportvisserij Nederland samen met negen Duitse en Nederlandse partners de handen ineengeslagen via het Europese Interreg-project
Groen Blauwe Rijn Alliantie (GBRA). Binnen deze alliantie zet Sportvisserij Nederland zich in voor de trekvissen.
De werkgroep trekvis wordt verder gevormd door
ARK Natuurontwikkeling,
Bezirksregierung Düsseldorf,
Rijkswaterstaat Oost Nederland, en
Waterschap Rijn en IJssel. Daarnaast is er ook samengewerkt met de
Radboud Universiteit Nijmegen,
ATKB,
RAVON en de Duitse zusterorganisatie
Rheinischer FischereiVerband 1864 e.v.
Historische vistechniek
De afgelopen decennia zijn langs de Rijn nevengeulen aangelegd en uiterwaarden natuurlijker ingericht. In opdracht van GBRA-partner
Rijkswaterstaat is onderzocht welke rol de uiterwaarden spelen voor de visstand in de Rijn en hoeveel vislarven de nevengeul bij Nijmegen inspoelen.
Een van de speerpunten in de werkgroep trekvis was het opzetten van monitoring van aal en andere stroomafwaarts migrerende vissoorten met de ankerkuil. Dit is een historische vismethode waar vroeger op grote schaal paairijpe aal mee werd gevangen.
De schieraal laat zich vrij passief meevoeren op de hoofdstroom, wat de ankerkuil – een groot zakvormig net tot wel 30 meter lang dat met kabels aan een anker op zijn plaats wordt gehouden – de ideale vistechniek maakt om deze vis te onderscheppen.
Succesvol
De ankerkuilvisserij vond plaats in de Waal bij Wamel, zowel in de nevengeul als in de hoofdstroom. Daarnaast vond er een vergelijkbare vismonitoring plaats in de Rijn bij het Duitse Grieth. De inzet van de ankerkuil bleek zeer succesvol. Zo zijn alle trekvissoorten – waaronder rivierprik en jonge zalm – aangetroffen, met als klap op de vuurpijl de vangst van een aantal jonge elften
in september 2019.
De ankerkuilvisserij gaf bevestiging van enig voorzichtig herstel van de zalm en de elft.
De ankerkuil werd in totaal gedurende 36 dagen ingezet, specifiek op de momenten dat migratie van trekvis werd verwacht. Voor de planning van de monitoringen werd gebruik gemaakt van de vismigratiekalender, waarin voor alle trekvissen van de Rijn de piek-migratieperiode staat aangeduid.
Jonge elft
Plastic bijvangst
Naast de bevestiging van enig herstel van zalm en elft kwam er met de ankerkuilvisserij ook minder prettig nieuws boven water: grote
hoeveelheden plastic. Op inzet van Sportvisserij Nederland en beroepsvisser Bout hebben Rijkswaterstaat en de Radboud Universiteit hier verder onderzoek naar gedaan.
Daaruit blijkt dat het gaat om zorgwekkend grote hoeveelheden (waaronder veel plastic tassen, emmers en flessen). Plastic dat in de rivier bovendien steeds verder versnippert tot deeltjes kleiner dan een millimeter. Welke schade dit precies aanricht is nog niet helder, maar er zijn aanwijzingen dat dit tot op het meest basale niveau van het zoöplankton een negatieve invloed heeft op de voedselketen in de rivier.
Plastic
Oorzaken knakaal
Tijdens het onderzoek werd nog eens duidelijk dat ieder najaar veel dode schieralen aanspoelen op de strandjes van de grote rivieren. Ook in februari van dit jaar was het goed mis: op twee plekken in Duitsland en op een locatie in Nederland (Lent) werden telkens honderden dode schieralen per kribvak (!) aangetroffen.
Geknakte aal, ofwel 'knakaal'
In totaal moet het tonnen aal betreffen. Deze alen hebben vaak één of twee duidelijke knikken in het lichaam, waardoor het lijkt of ze zijn geknakt (‘knakalen’). De oorzaak ligt vermoedelijk in de waterkrachtcentrales en gemalen waar de grote schieralen bij het zwemmen geraakt worden door de schoepen van de turbines.
Scheepsschroeven
Mogelijk speelt ook scheepvaart een rol. De Waal is met jaarlijks ruim honderdduizend binnenvaartschepen een van de drukst bevaren
scheepvaartroutes van Europa. Bij lage waterstanden kan de aal in contact komen met scheepsschroeven, omdat zowel schepen als vissen in de nauwe vaargeul worden gedwongen.
De omvang van de sterfte lijkt aanzienlijk en omdat het toch al niet goed gaat met de aal is verder onderzoek noodzakelijk. In opdracht van Sportvisserij Nederland heeft onderzoeksbureau ATKB een bureaustudie gedaan. Daaruit is de aanbeveling gekomen voor een praktijkproef om vast te kunnen stellen hoe groot het effect van scheepvaart nu precies is.
Uitzet elften
Als afsluiting van het GBRA-project zijn op 1 juni in de Waal bij Nijmegen door ARK Natuurontwikkeling en Sportvisserij Nederland larven van elften uitgezet. De zeldzame trekvissen werden te water gelaten door de burgemeester van Nijmegen en de directeur Natuur en Biodiversiteit van het ministerie van LNV.
Elftenlarven
Tijdens deze eerste uitzetactie van elften ooit in Nederland werden ruim 80.000 elftjes uitgezet in Nijmegen en nog eens 200.000 stuks in Duitsland. De terugkeer van de elft is een succesverhaal waarbij het ‘Rheinischer fischereiverband’ jaarlijks zo’n 1 tot 1,5 miljoen elftlarven uitzet in het Duitse deel van de Rijn. De elft is één van de twaalf soorten trekvissen die voor hun voortplanting moeten kunnen migreren tussen zout en zoet water.
Vervolgtraject
Grensoverschrijdende samenwerking is hard nodig om de trekvispopulaties in de Rijn te herstellen. Sportvisserij Nederland wil graag
door met de samenwerking voor herstel van de trekvissen in de Rijn. Gelukkig denken de andere partners hier hetzelfde over. De tien GBRA-partners hebben daarom op 1 juni 2021 een convenant ondertekend waarmee de samenwerking wordt bekrachtigd en toekomstige projecten mogelijk worden gemaakt. Meer info:
gbra.eu/nl.
Herintroductie steur
De ultieme droom op het gebied van visherstel in de Rijn is de terugkeer van de Atlantische steur – het boegbeeld van de trekvissen. De grootste zoetwatervis van onze rivieren is hier helaas uitgestorven. De soort kwam tot de jaren ’20 van de vorige eeuw nog vrij massaal voor in de Rijn en werd met honderden exemplaren per jaar verhandeld in Dordrecht, Hardinxveld, Geertruidenberg en Rotterdam.
Atlantische steur
Sinds 2010 wordt er gewerkt aan de herintroductie van de steur. Zo zijn in 2012 en 2015 succesvolle, experimentele uitzettingen met steuren gedaan. Afhankelijk van het kweeksucces in Frankrijk worden in 2022 of 2023 opnieuw jonge steuren verwacht om los te laten in de Rijn.
In dat kader is binnen de GBRA door adviesbureau ATKB onderzoek gedaan naar het voedselaanbod en de geschiktheid van de grote rivieren voor de steur. Hieruit bleek dat er in ieder geval voldoende voedsel aanwezig is voor het herstel van de steur in de Rijn.