Pascal Phillippi (43) vist nooit zonder vooraf te hebben gevoerd. Dit aangezien zijn werkterreinde grote, openbare wateren omvat. Op deze uitgestrekte waterpartijen is voorvoeren in zijn optiek essentieel
om kans te maken karper te kunnen vangen.
Zomaar ergens neerploffen en gaan vissen op uitgestrekte wateren zoals de Randmeren, het IJsselmeer, Markermeer, Haringvliet, Hollands Diep of de grote rivieren is geen doen. Dan ben je op goed geluk bezig, en bij de visserij op groot water moet je het geluk juist proberen af te dwingen. Een voercampagne kan dan het verschil maken. Daarom vis ik nooit – in welke periode van het jaar dan ook – zonder vooraf te hebben gevoerd. De kunst daarbij is om een voerstek op te bouwen op de juiste plek: in zogenaamde holding areas of op strategische punten op de trekroutes van de karper. Je wilt de vis als het ware ‘opvangen’. Zo kunnen ze aan je aas wennen, waardoor je ze hopelijk vast kunt houden of ze in ieder geval regelmatig terugkeren naar de voerplek. Uit verschillende praktijkvoorbeelden en video’s blijkt dat sommige vissen na drie dagen nog een kijkje komen nemen of er iets te halen valt.