Naast de good old vaste stok is de feederhengel zeer populair onder witvissers in Nederland. Welke details kunnen bepalend zijn in de koudere maanden? Hét VISblad keek aan de Hoge Vaart in Almere mee met feederspecialist Vincent Horst (38) en noteerde zijn tien gouden tips.
1. talud zoeken
In de herfst en winter trekt de witvis naar dieper water. Vaarten en kanalen die zo’n drie meter diep – of dieper – zijn hebben daarom nu de voorkeur. Plons je korf niet lukraak ergens neer, maar neem even de tijd om het talud te vinden. Tel na de worp hoe lang het duurt tot de korf op de bodem belandt. Duurt de afdaling in een bepaalde zone korter of langer, dan weet je dat er een diepteverschil is. Vis in de koude maanden nét boven het diepste punt van het talud. Daar kan de vis gemakkelijker tegen de bodem azen en vind je minder vuil (zoals bladeren) dan helemaal onderaan het talud.
Lees
hier het volledige artikel.
> Meer
witvissen in ons archief!