Snoeken met dood aas is waanzinnig spannend. Elk moment kan die fluorrode dobber onderschieten. Soms gebeurt dat al kort na de inworp, soms duurt dat uren. Maar één ding hebben alle aanbeten gemeen: het moment dat die dobber onder plopt komt altijd weer onverwachts. Belangrijk is wel dat je weet waar, wanneer en hoe je die dode aasvis het beste kunt aanbieden. In dit artikel geeft Ed Stoop je daarom de vuistregels die ook jou deze winter naar die metersnoek leiden.
Hoewel ‘doodazen’ met een dobber niets nieuws is en anderen mij wat dat betreft allang voor waren, is deze visserij wel ‘hot’. Voor de derde winter op rij heeft het dood aas virus mij stevig te pakken. Elke aanbeet weer bonkt mijn hart in mijn keel. En op zich is het een kinderlijk eenvoudige visserij die iedereen snel onder de knie heeft. Eenvoudiger dan bijvoorbeeld het vissen met kunstaas, waarbij je zelf allerlei objecten van hout, metaal en kunststof tot leven moet brengen. Alleen wie dat op de juiste manier doet, vangt snoek. Hang daarentegen een dooie vis onder een dobber, en je kunt (bijna) niks fout doen. Zoek de juiste stek en ik garandeer je dat je nog deze winter ondervindt dat die dikke metersnoeken minder zeldzaam zijn dat je tot nu toe dacht.
Klik hier voor het hele artikel. (pdf)
-> meer roofvissen