De Tovenaar van Ter Apel laat zijn magie los aan de waterkant

2979
22 jun 2023

Harris Huizingh is wereldberoemd in Noord-Nederland. De laatste twee decennia van de vorige eeuw voetbalde hij voor FC Groningen, Veendam en sc Heerenveen en sindsdien gaat hij door het leven als de Tovenaar van Ter Apel. Na zijn carrière trok hij vaker naar de waterkant voor die andere passie in zijn leven – sportvissen. En natuurlijk moet het ook daar om het ‘echie’ gaan: “Als ik meedoe aan een spelletje of een wedstrijd, dan wil ik winnen.”

Behoedzaam brengt Harris Huizingh het haakje naar zijn mond, waarna hij dit voorzichtig bijtend terugbrengt in de juiste vorm. Tussen de vingers van zijn andere hand krioelen een paar maden die hij zojuist uit een bakje naast hem heeft gepeuterd. “De vissen ontwaken nu (begin maart, red.) langzaam maar zeker uit hun winterslaap, dus dan begin ik altijd met dunne lijnen en kleine haakjes om de weerstand zo laag mogelijk te houden.” De borden ‘Hunebed Highway’ langs de weg verraden in welke hoek van Nederland hij zijn stek heeft opgebouwd. Huizingh zit aan het Stieltjeskanaal in Coevorden, naast loop- en fietsbrug de Vlonder. “Hier zit altijd wel vis.”

Markante kop

Een grijzende man met een klein hondje groet hem vanaf de brug: ‘Harris!’ Het gesprek gaat al snel over de vangst. “Ik mag niet klagen”, zegt Huizingh. Brasem, baars en voorn heeft hij al aan de stok gehad. Het is in ieder geval beter dan afgelopen zaterdag. “Toen had ik een wedstrijd, niks gevangen. Nul. Bijna niemand trouwens. Er zijn die dag maar drie vissen gevangen. Dan ben ik wel even chagrijnig hoor. Dan moet je niet teveel tegen me zeggen.” “Dat heb ik altijd leuk gevonden: een praatje maken  met de gewone mensen”, zegt Huizingh als de man is vetrokken. “In tegenstelling tot die bla-bla-figuren op de business seats. Daar moest ik niets van hebben.” Hij wordt dus nog altijd herkend, ook al is hij bijna een kwart eeuw geleden gestopt met voetballen. Met zo’n markante kop is het echter niet zo vreemd dat mensen  zich hem herinneren. Vooral dat voorhoofd – dat haast geboetseerd lijkt om de ballen in het doel te hameren – herken je uit duizenden.

‘Jij bent een goeie!’

Zijn vader bracht hem twee passies bij: voetbal en vissen. Met die eerste liefhebberij ging het nog bijna mis. Huizingh: “In de jongste jeugd vond ik de uitwedstrijden verschrikkelijk omdat ik altijd wagenziek werd. Op mijn twaalfde ben ik daarom gestopt met voetballen.” Huizingh is om diezelfde reden ook geen groot fan van zeevissen, maar tot opluchting van zijn vader trok hij op zijn zestiende zijn voetbalschoenen weer aan. Hij was het niet verleerd. Voor STA uit zijn geboorteplaats Ter Apel scoorde Huizingh aan de lopende band en toen scouts van FC Groningen hem polsten voor een overstap naar het betaald voetbal twijfelde Huizingh geen moment. “Ik kreeg twee trainingspakken, vier paar voetbalschoenen en 500 gulden per maand.”  Het waren andere tijden. Voetbalschoenen waren zwart. Spelers staken na een doelpunt een arm in de lucht, bij een hele mooie goal twee. “Als nieuwe speler werd je getest. Jan van Dijk – Mister FC Groningen – heeft mij de eerste trainingen alleen maar lopen schoppen. Op een gegeven moment was ik het zo zat dat ik hem een klap op zijn bek heb gegeven. Na de training kwam hij naar me toe, ging voor me staan en zei met zijn vinger priemend op mij gericht: ‘Jij bent een goeie!’”
 

Nooit uitgeleerd

Op het eerste gezicht verschilt sportvissen diametraal van voetballen. Een (wit)visser zit bijvoorbeeld meestal stil, terwijl een goede voetballer constant in beweging is. Toch zijn er op wedstrijdniveau meer overeenkomsten dan je denkt. Beide sporten zijn een spel van tijd en ruimte. Wat sportvissen extra moeilijk maakt, is dat die ruimte verborgen ligt onder het wateroppervlak. Ga je bij de kant vissen of toch dieper? En hoe diep dan precies? Tot op de bodem? Wie dat spel het beste beheerst wint vaak, al kan een gelukkige loting ook helpen. Concentratie speelt zoals bij elke sport een cruciale rol. Want een bal die in scoringspositie van een voet of springt, is hetzelfde als een vis die op het laatste moment loslaat: een gemiste kans.

Huizingh graait met zijn hand in een zak achter zijn kist. Van onder de aarde komen verse pieren tevoorschijn. “Ik ga nu even met een worm vissen. Kijken of we een groter formaat vis kunnen vangen.” Hij pielt ook nog wat aan de hageltjes op de lijn en niet veel later haalt hij een mooie brasem binnen. “Je moet het ook veel doen. Dan blijf je scherp. Als ik een tijdje niet heb gevist, moet ik altijd weer even inkomen.” Uitgeleerd ben je nooit. “Met een maat ga ik vaak dingen uitproberen, een soort training eigenlijk. Om beter te worden. Zoals ik vroeger met ploeggenoot Peter Houtman met gewichten aan mijn benen trainde om mijn sprongkracht te verbeteren.”

Harris Huizingh stokvissen 

Kleurrijke figuren

Aan Rotterdammer Houtman denkt Huizingh met veel plezier terug. “Fantastische vent en de beste kopper van Nederland.” Je zult hem niet snel horen zeggen dat vroeger alles beter was. “Maar voetballers waren wel kleurrijker. Ik heb met Milko Djurovski gespeeld. Die rookte als een ketter. En als de velden bevroren waren, kwam hij op moonboots trainen. Soms slofte hij de hele wedstrijd over het veld, maar besliste hij die wel met een geniale actie. Niet iedereen kon daar mee omgaan – ik vond het prima.

Een overwinningspremie was toch goed voor 800 gulden. Dat seizoen deden we zelfs mee om het kampioenschap. Uiteindelijk werden we derde. Aan John de Wolf bewaart hij minder goede herinneringen. “Die heeft me veel geld gekost bij het kaarten. Later werd bij het Nederlands elftal duidelijk dat hij vals speelde en zichzelf altijd betere kaarten gaf. Dat doe je toch niet bij een collega? Ik ben ook niet bij zijn afscheid geweest.” Of er bij sportvissen niet word valsgespeeld? “Ongetwijfeld. Er gaan ook wel eens verhalen van mensen die vis meenemen naar de wedstrijd. Ik kan me echter niet voorstellen dat je zo wilt winnen.”  

Barracuda én en transfer

Een verslaggever van het Dagblad van het Noorden doopte Huizingh tot de Tovenaar van Ter Apel. Want de lange Huizingh – een goede kopper – beschikte over een fijne techniek waarmee hij zich uit onmogelijke situaties goochelde. Tijdens zijn carrière is hij altijd blijven vissen. Even uit de gekte van de voetbalwereld stappen; ook toen al. De spelers van nu worden op alle vlakken begeleid – van sportpsycholoog tot diëtisten en ademcoaches. “Maar ik kan alle voetballers aanraden om te gaan vissen. Lekker in de buitenlucht. De tijd vliegt voorbij. En je bent puur met vissen bezig. Heerlijk.”

Huizingh kon altijd verlangen naar het einde van het seizoen. “Na de laatste wedstrijd pakte ik mijn spullen om met een paar maten te gaan vissen in Denemarken.” In de herfst van zijn voetbaljaren leverde hem dat nog een mooie transfer op. “Toen zaten we niet in Denemarken, maar op Aruba. Riemer van der Velde – de voorzitter van sc Heerenveen – was daar ook en die heeft altijd gezegd dat hij mij ooit naar zijn club zou halen.” Van der Velde wist hoe hij de Tovenaar van Ter Apel moest paaien: ‘Harris, morgenochtend om half zes ligt er een boot klaar om de zee op te gaan’. “Mij vind je niet snel op zee, maar dit was mooi vlak water. We gingen vissen op barracuda’s – de snoek van de oceaan.” Huizingh ving niet alleen een barracuda, maar hengelde ook een contract bij sc Heerenveen binnen.

Aantekeningen in schriftje

Rond de eeuwwisseling werden het twee topjaren in Friesland, waarin zelfs de hymne van de Champions League voor hem werd gespeeld. Dat was op 37-jarige leeftijd nog een mooie bonus aan het eind van zijn carrière. Die leverde Huizingh naast roem ook nog wat poen op. “Het is niet zo dat ik helemaal ben binnengelopen als voetballer – het waren toen andere tijden dan nu. Momenteel werk ik nog drie dagen in de week als recruiter voor de politie. Maar dankzij mijn voetbalpensioen heb ik nu ge lukkig een goed leven.” Hij wijst naar zijn visuitrusting. “Dat materiaal is ook niet echt goedkoop.” Het zwarte gat waar veel spelers na hun carrière in vallen is aan Huizingh voorbijgegaan.

Zijn competitiedrang kon hij kwijt in het wedstrijdvissen. “Als ik meedoe aan een spelletje of een wedstrijd, wil ik winnen.” In de regio Noord-Nederland valt hij regelmatig in de prijzen, ook omdat hij niets aan het toeval overlaat. Op de kant staat een koffer met tientallen tuigjes. “Die maak ik in de wintermaanden. Sta ik uren in de schuur te pielen.” Van elke wedstrijd houdt hij minutieus de details bij. Hoe waren de omstandigheden? Wat ging er goed? Waar zit ruimte voor verbetering? Zijn aantekeningen staan niet op de laptop, maar in een schriftje. De wil om te winnen zal Huizingh nooit kwijtraken – of hij nu een sprint trekt op een voetbalveld of geconcentreerd naar zijn dobber tuurt. Bestaat er eigenlijk verschil tussen een doelpunt maken en een vis vangen? “Een goal scoren in een vol stadion is magisch. Maar een bonusvis pakken waarmee je nog net de wedstrijd wint, komt aardig in de buurt.”

Labels

Om u de beste gebruikservaring te kunnen bieden, gebruiken wij cookies. Voor meer inhoudelijke informatie en het onderscheid die wij hier in maken, verwijzen wij u door naar ons. cookiebeleid.