De rivier de Amstel loopt vanuit Amsterdam zuidwaarts de polder in. Met een lengte van ruim 30 kilometer en enkele kilometerslange zijtakken is het een omvangrijk watersysteem. De gevarieerde visstand en prima bereikbaarheid maken deze rivier interessant voor zowel de roof-, wit- als karpervisser.
Hoewel de Amstel door mensenhanden is gekanaliseerd, bepaalt de kronkelende loop nog steeds het rivierachtige karakter van dit water. Hierdoor varieert ook de breedte van de rivier waar de hoofdstad én een bekend biermerk hun naam aan te danken hebben. De breedte bedraagt gemiddeld zo’n 45 tot 80 meter, maar op bepaalde delen in Amsterdam zelfs ruim 100 meter.
Stadse drukte
Dit mooie viswater midden in de Randstad is ook bij andere waterrecreanten populair, zeker op zomerse weekenddagen. Daarbij geldt: hoe dichter bij Amsterdam, hoe drukker het wordt. Ver uit de kant vissen is dan nagenoeg onmogelijk vanwege de pleziervaart in relatie tot de maximale diepte van zo’n 2,5 tot 3 meter. Op dagen met mooi en warm weer is het dus een kwestie van extra vroeg uit de veren om de drukte voor te zijn en op tijd weer huiswaarts te keren.
Witvis
De Amstel staat bekend om zijn goede brasemvangsten, met overwegend exemplaren van tussen de twee en drie pond. In theorie zou de vaste hengel hier prima werken, maar door de smalle berm is dat vanuit praktisch oogpunt op veel plekken onmogelijk. De feederhengel is hier dé aangewezen techniek. Daarmee kun je vooral in het voorjaar enorm veel vangen, maar ook gedurende de rest van het jaar zijn de witvisvangsten uitstekend. Een school van tientallen brasems vreet wel aardig wat voer en aas weg, dus neem daar genoeg van mee.
Roofvis
In Amsterdam zelf zijn de kades, bruggen en (woon)boten dé kantstekken voor baars en snoekbaars. Vanwege de vele obstakels onder water en de kans om hierin vast te raken, verdient de dropshotmontage hier wel de aanbeveling. Gebruik daarbij gerust een oude moer als gewicht in plaats van het duurdere tungsten. Buiten de stad tref je minder troep op de bodem aan en kun je met een gerust hart ook een softbait aan een jigkop inzetten. Dankzij de goed bereikbare oevers maak je hier gemakkelijker meters – ideaal voor het snoeken. Het troebele water vraagt wel om herrieschoppers, denk aan dikke ratelpluggen of felgekleurde shads met een stevige staartactie.
Witvissers vangen ook af en toe meerval als bijvangst, maar dit zijn overwegend kleine
exemplaren.
Karper
Dankzij diverse al langer lopende spiegelkarperprojecten zwemt er ook een goed bestand aan karper rond en weegt de gemiddelde Amstelkarper zo’n 22 pond. Ook echte monsters – er zijn al vijftigponders gemeld – behoren tot de mogelijkheden, al is de kans op zo’n uitschieter vooralsnog relatief klein op dit vrij grote watersysteem. Door voor te voeren en er extra moeite in te steken, vergroot je wel aanzienlijk je vangkansen. Op de Amstel zwemt de karper zeker in het voorjaar en de zomer wel van hot naar her. Daardoor vind je in bepaalde zones in sommige periodes beduidend meer of juist minder karper. Het is dan dus een kwestie van de vis actief opzoeken door diverse stekken uit te proberen om te kijken waar ze uithangen.
SKP Amstelboezem
Sinds 1998 zijn al ruim 2.500 spiegelkarpers uitgezet op de Amstelboezem. Daarmee is de Amstel trouwens het eerste gemonitorde SpiegelKarperProject (SKP) ooit in Nederland. Dankzij de terugmeldingen is sindsdien een duidelijk beeld ontstaan van de
migratie, groei en overleving van deze prachtige vissen. Op
www.karperbeheer.nl – de website van de Belangenvereniging Verantwoord Karperbeheer, kortweg de BVK – komen regelmatig toffe voorbeelden van terugvangsten voorbij.