Onlangs is het eindrapport van het project Swimway Vecht gepresenteerd an de Nederlandse en Duitse waterbeheerders. Dit vismigratie-onderzoek inventariseerde waar in de Overijsselse Vecht de belangrijkste migratieknelpunten voor trekvis liggen en hoe de vismigratie kan worden verbeterd. Bij dit onderzoek nam Sportvisserij Nederland het grootste deel van de uitvoering voor haar rekening.
In dit onderzoek zijn verschillende vissoorten – winde, kwabaal,(schier)aal, houting en Atlantische forel – operatief van zenders voorzien. Hierdoor konden deze nauwkeurig worden gevolgd en ontstond een gedetailleerd beeld van de vismigratie in de Vecht.
Check de video:
Op basis daarvan concluderen de onderzoekers dat deze rivier momenteel geen goede vismigratieroute vormt tussen de zee en de bron in Duitsland. Stuwen vormen een te grote barrière en vispassages zijn alleen geschikt voor sterke zwemmers, mits ze functioneren zoals bij het ontwerp de bedoeling was. Ook ten aanzien van de habitat voor trekvissen – paai-, foerageer- en opgroeigebieden – valt er nog veel te verbeteren.
Een hiervoor gecertificeerde medewerker van Sportvisserij Nederland brengt een zender in bij een Atlantische forel.
Groot potentieel
Uit de resultaten van het onderzoek blijkt ook dat de potentie van de Overijsselse Vecht voor migrerende en stroming minnende soorten groot is. Zeldzame doelsoorten zoals Atlantische forel (zeeforel), kwabaal, rivierprik en houting zijn nu al in de benedenloop van de rivier aanwezig en ook migrerende vissoorten als spiering en aal trekken het water in.
Het rapport sluit daarom af met een reeks concrete aanbevelingen voor maatregelen waarvan alle trekvissen (zowel stroomop- als -afwaarts) van profiteren en de rivier meer habitat terugkrijgt dat hoort bij stromend water. Dit vraagt wel om een gecoördineerde aanpak en blijvende samenwerking van alle betrokken partijen. Het eindrapport van Swimway Vecht is
hier te lezen.