Wist je dat: een zegen in de delta

3138
17 dec 2020

In 2019 hebben de Haringvlietsluizen tijdens ruim 450 vloedperioden op een kier gestaan. Dit ‘Visvriendelijk sluisbeheer’ is een gevolg van het Kierbesluit, dat als doel heeft om de mate van verbinding tussen de Voordelta en het Haringvliet te verhogen. Onderzoekers van RAVON hebben de eerste resultaten in kaart gebracht.

Sinds december 2018 worden de Haringvlietsluizen bij vloed op een kier gezet. Dit zodat een minder harde overgang tussen zoet en zout water ontstaat en trekvissen weer kunnen passeren. Mogelijk krijgt ook de belangrijke kraamkamerfunctie van de deltawateren zo een impuls. Om de visdiversiteit en de functie en waarde van de verschillende ondiepe habitats voor jonge vissen in kaart te brengen en te monitoren, heeft RAVON samen met partners – waaronder Sportvisserij Nederland – het project ‘Een Zegen in de Delta’ opgezet.

Harde scheiding 

In de Zuid-Hollandse delta zijn in 2018 en 2019 op 43 locaties 362 zegentrekken gedaan. Het totaalbeeld van de soortensamenstelling is in beide jaren vergelijkbaar, maar op de zoetzoutovergangen zijn wel duidelijke verschillen zichtbaar. Bij de nulmeting in 2018 was de harde scheiding in de vorm van de Haringvlietsluizen goed terug te zien: in het Haringvliet domineerden zoetwatervissen, terwijl de Voordelta een diversere samenstelling van vissoorten kende. Ook het uitspoelen van zoetwatervissen naar de Voordelta (bij een hoge afvoer) was zichtbaar in de verdeling van zoete en zoute soorten.

Meer zout in zoet 

Een jaar later zien we een iets ander beeld. In de Voordelta steeg het aandeel van soorten die tolerant zijn ten aanzien van fluctuaties in zoutgehalte en daalde het aandeel zoetwatervissen. Zo werden er veel minder uitgespoelde juveniele snoekbaarzen, windes, baarzen en blankvoorns aangetroffen. De dichtheid zoetwatervissen daalde ook sterk in het oosten en westen van het Haringvliet, terwijl de dichtheid van soorten die tussen zoet- en zoutwater migreren zowel in de Voordelta als het Haringvliet toenam. Zo werden in 2019 in het Haringvliet – nabij de Haringvlietsluizen – juveniele bot en zeebaarzen, haring, gepigmenteerde glasalen en koornaarvissen gevangen.

Structureel karakter? 

Deze ontwikkelingen kunnen niet met zekerheid aan het kierbeheer worden toegeschreven. In 2018 waren de sluizen vanwege lage rivierafvoeren voor langere tijd gesloten, terwijl er in 2019 een ‘normale’ afvoer was. Toch lijkt het erop dat het kieren zijn eerste vruchten afwerpt. De meeste zeebaarzen werden gevangen in een periode van langdurig visvriendelijk spuibeheer in combinatie met een relatief hoog zoutgehalte in het westen van het Haringvliet. Meerjarige monitoring moet uitwijzen of de hiervoor beschreven ontwikkelingen een meer structureel karakter krijgen als gevolg van het gewijzigde kierbeheer.

Om u de beste gebruikservaring te kunnen bieden, gebruiken wij cookies. Voor meer inhoudelijke informatie en het onderscheid die wij hier in maken, verwijzen wij u door naar ons. cookiebeleid.