Karpermigratie Markermeer onderzocht

5907
12 feb 2020

In de Oostvaardersplassen wordt de waterstand drie jaar lang drastisch verlaagd om het rietmoeras te laten herstellen. Om het aanwezige karperbestand – de vissoort die daar het meest voorkomt – te mogen verplaatsen naar het Markermeer, deed Sportvisserij Nederland onderzoek naar het migratiegedrag van de karper.

Zou er niet worden ingegrepen, dan treedt er grootschalige vissterfte op als gevolg van de ingrijpende waterstandsverlaging – nog groter dan de sterfte eind juli als gevolg van de extreme warmte (+40 °C). Daarom heeft Sportvisserij Nederland de provincie Flevoland verzocht om de karper over te zetten naar het naastgelegen Markermeer. Daar stelde Rijkswaterstaat (beheerder van het Markermeer en de aangrenzende Randmeren) voorwaarden aan in verband met de Europese Kaderrichtlijn Water: er mag maximaal 153.000 kg karper worden toegevoegd, waarvan maximaal 23.000 kg karper naar de Zuidelijke Randmeren (Gooimeer, Eemmeer en Nijkerkernauw) mag migreren.

70 gezenderde karpers

Om vooraf inzicht te krijgen in de mogelijke omvang van migratie van karpers van het Markermeer naar de Zuidelijke Randmeren, heeft Sportvisserij Nederland zeventig karpers uit de Oostvaardersplassen voorzien van een Vemco-zender (type V13). Deze vissen zijn in maart  2018 uitgezet in het Markermeer. De signalen van deze zenders – met een levensduur van circa 3,5 jaar – kunnen worden opgevangen met behulp van de twintig hydrofoons die verspreid rondom het Markermeer nabij de verbindingen met andere wateren zijn geplaatst. Zo is vast te stellen of en wanneer een karper het Markermeer verlaat.


Om ze te kunnen volgen krijgen karpers na een kleine incisie een zendertje ingebracht.

Merendeel honkvast

Begin juni 2019 zijn de op de hydrofoons opgeslagen data verzameld. De registraties laten zien dat de overgrote meerderheid van de vissen (bijna 80%) in het Markermeer bleef. Dit sluit aan bij de conclusie van andere, vergelijkbare onderzoeken dat het grootste deel
van de karpers plaatsgetrouw is en niet over grote afstanden migreert. Slechts vijftien van de gezenderde karpers (21%) waren per juni 2019 niet meer op het Markermeer aanwezig. Opvallend was dat deze vissen in de eerste negen weken na uitzet migreerden en vooral
naar de Zuidelijke Randmeren trokken. Daarnaast heeft 14% van de proefpopulatie het Markermeer tijdelijk verlaten, om daarna weer
terug te keren.

Toestemming verhuizing

Op basis van het onderzoek blijkt dat het Markermeer voldoende ruimte biedt om de karpers over te zetten en dat deze vissen niet massaal wegzwemmen. Zodoende heeft Rijkswaterstaat toestemming gegeven voor de verhuisoperatie. Die is inmiddels gestart. Zo wordt er in de Oostvaardersplassen een afwateringsysteem met een vangstlocatie aangelegd, waar de karpers zich verzamelen wanneer het water wordt afgelaten. Deze worden vervolgens met een zegen (groot ringnet) gevangen en getransporteerd naar het Markermeer. De eerste hoeveelheid karper is begin november al overgezet. Dit betrof 9 ton vis die afkomstig was uit de watergangen  langs de randen van de Oostvaardersplassen. De komende maanden volgt de rest van de karpers uit het gebied.

Indrukwekkende afstanden

De gezenderde karpers legden soms indrukwekkende afstanden af. Karper 37 zwom vanaf Almere (de uitzetlocatie) naar Muiden en het Gooimeer. Na een tussenstop bij de uitzetlocatie deed deze vis daarna Lelystad, Enkhuizen en Schardam aan. Karper 65 zwom vanaf Almere naar Lelystad, om daarna op zwerftocht te gaan langs het Gooimeer, Muiden, Amsterdam en wederom Lelystad.

Om u de beste gebruikservaring te kunnen bieden, gebruiken wij cookies. Voor meer inhoudelijke informatie en het onderscheid die wij hier in maken, verwijzen wij u door naar ons. cookiebeleid.