(Bron: Visionair) Na een lange geschiedenis van watervervuiling door de strokarton- en aardappelmeelfabrieken is, net als in heel Nederland, in Groningen en Drenthe de waterkwaliteit sterk verbeterd. ‘Groene soep’ bestaat niet meer. Vooral de
laatste jaren zien we helder water, vaak met doorzicht tot de bodem. Dat heeft gevolgen voor de visstand en dus ook
voor de sportvissers.
In
Groningen en Drenthe zijn er meer dan
50.000 sportvissers. Allereerst de visstand:
de biomassa neemt af, ‘groene soepsoorten’
als brasem zijn minder talrijk
maar groeien wel uit tot indrukwekkende
afmetingen. Snoekbaars ruimt het veld,
snoek neemt als zichtjager de rol van
top-predator over. Ruisvoorn en zeelt
voelen zich weer thuis.
Nog een gevolg van het heldere water dat
de waterbeheerders niet in deze mate
hebben voorzien: waterplanten. Gemeentevijvers,
kanalen, plassen en kleinere
watergangen, ze groeien in een paar jaar
tijd dicht, vooral als er geen scheepvaart
meer is zoals in de vele veenkanalen in
Zuidoost-Drenthe.
De onderwaterbodems
zijn veelal nog voedselrijk en met het tot
de bodem doordringende zonlicht is de
basis gelegd voor welig tierende waterplantenmassa’s.
Door het ontbreken van
strenge winters komen daar de exoten nog
bij: grote waternavel, waterteunisbloem,
cabomba, ongelijkbladig vederkruid.
‘Invasief’ is bijna een eufemisme aan het
worden.
Aan- en afvoer
De waterschappen besteden veel geld aan
hun beheer en onderhoud maar vooral
vanuit het oogpunt van aan- en afvoer van
water. Wateren die geen belangrijke
kwantiteitsfunctie hebben, krijgen minder
prioriteit. Het budget kan immers maar
een keer worden besteed. Tel daar het
beleid bij op om de natuur in en langs het
water meer ruimte te gunnen en de
dichtgroei van watergangen ligt op de loer.
Dat dit niet goed is voor de visstand is
algemeen bekend. Niet alleen neemt de
leefruimte van de vis af. Vooral ’s nachts en
in de vroege ochtend kan het zuurstofgehalte
in zwaar begroeide wateren zodanig
dalen dat vissen in ademnood komen.
Bovendien ontstaat een baggerlaag van
afgestorven planten die ook zuurstof
consumeert en afvalgassen afscheidt.
Soorten als zeelt kunnen wel een zuurstofdip
verdragen, de meeste andere
soorten niet. Een ijslaag in de winter kan
zo leiden tot ernstige vissterfte.
Ook in Noord Nederland groeien steeds meer wateren dicht met waterplanten
Klachten
Bij de Hengelsportfederatie Groningen
Drenthe kwamen steeds meer klachten
binnen van verenigingen en individuele
sportvissers dat hun viswateren niet meer
bevisbaar zijn. Sportvissers zegden daarom
zelfs hun lidmaatschap op. De federatie
onderhoudt goede contacten en samenwerkingsverbanden
met de waterschappen,
zowel ambtelijk als op bestuurlijk niveau.
Diverse malen is gevraagd bij het
onderhoud meer rekening te houden met
de gebruikers van de wateren en niet
alleen met de aan- en afvoercapaciteit. Af
en toe lukte dit maar in de meeste gevallen
is ‘recreatief maaien’ budgettair niet
haalbaar en bovendien geen taak van het
waterschap.
Harkboot.nl
Maar wie moet het dán doen? “Wijzelf”,
was de gedachte bij de federatie. Ze zocht
samenwerking met het bedrijf harkboot.nl
van Leon Sterk uit Roden. De federatie
investeerde in het jonge bedrijf dat zou
worden terugverdiend met het uitvoeren
van opdrachten voor de federatie.
Harkboot.nl werkt volgens een zelfontwikkelde
methode. De naam van het bedrijf
zegt het al: waterplanten worden niet
gemaaid maar vanuit een boot met een
speciaal geconstrueerde hark met wortel
en al uit de bodem getrokken. De hark kan
tot 25 cm diep door de bodem. Het
schroefwater spoelt de modder van de wortels. Als de planten komen bovendrijven komt de veegboot achter de harkboot aan om de planten op te vegen en op de kant te deponeren.
Deze methode blijkt ideaal voor bodemwortelende soorten als de exoten ongelijkbladig vederkruid en cabomba (waterwaaier) maar ook arm-dikke wortelstokken van gele plomp komen moeiteloos boven. Daarnaast is riet dat te ver de watergangen ingroeit, geen partij voor de harkboot.
In Borgercompagnie was de waterplanten overlast zo groot dat er een handtekeningenactie werd opgezet om het water schoon te maken. Uiteindelijk kon de federatie harkboot.nl opdracht geven het diep te schonen.
Visvriendelijk
De federatie heeft in de nazomer van 2016
een informatiedag over de bestrijding van
exotische woekerplanten gehouden voor
de noordelijke waterschappen en
gemeenten. De demonstratie maakte
indruk van harkboot.nl in een dichtgegroeide
watergang in Leek. Vergeleken met
de inzet van een ‘ouderwetse’ maaiboot of
maaikorf, waren de voordelen duidelijk te
zien. Geen bewegende messen die een
spoor van ‘stekjes’ achterlaten en, zeker zo
belangrijk, geen vissterfte. Zelfs geen
vissen die door de veegboot op de kant
worden gekieperd. Opvallend is ook hoe
snel de wateren zich herstellen van het
harken door de bodem, vooral omdat dit
behoedzaam en ‘visvriendelijk’ gebeurt.
Voor een euro zit je goed
Inmiddels zijn we een jaar verder en maakt
harkboot.nl een snelle groei door. In
opdracht van de Gronings-Drentse
federatie zijn afgelopen zomer tal van
wateren opgeschoond, variërend van
gemeentevijvers tot grotere kanalen. Soms
in zijn geheel, soms ook alleen die
trajecten waar veel wordt gevist om zo
voor plantenminnende vissoorten als
snoek en ruisvoorn, voldoende habitat
over te houden. En ook voor de federatie
geldt dat het budget maar één maal kan
worden uitgegeven.
De ledenvergadering van de federatie heeft
daarom dit voorjaar de contributie met
ingang van 2018 met 1 euro verhoogd
onder het motto ‘Voor een euro zit je goed.’
De bijna 50.000 euro die zo jaarlijks
binnenkomt gaat in een speciale pot die
alleen wordt gebruikt voor het bereikbaar
en bevisbaar houden van de viswateren in
Groningen en Drenthe. Zo is de inzet van
harkboot.nl voor de komende jaren
geborgd. Dat wordt wel een zaak van goed plannen, want steeds meer waterschappen en gemeenten in het hele land huren de hark- en veegboten van Leon Sterk in om waterplantenoverlast te bestrijden. Inmiddels ontwikkelt hij een derde boot, die tegelijkertijd kan harken en vegen. “Een echte groeimarkt”, zo vatte Sterk de uitbreiding gevat samen.
De speciaal geconstrueerde hark wordt behoedzaam door de bodem getrokken. Na het harken komt de veegboot de ontwortelde planten opruimen.
Gedragscode
Nu is het beslist niet zo dat de federatie
‘carte blanche’ heeft als het gaat om de
inzet van harkboot.nl. Er gaat afstemming
met de waterschappen aan vooraf. Het
water wordt samen bekeken, een waterschaps-
ecoloog onderzoekt of er
beschermde planten of exoten voorkomen.
Krabbenscheer is wat dat betreft berucht
en vereist een speciale aanpak, voorgeschreven
in de gedragscode van de Unie
van Waterschappen. De helft van de
omvang van deze waterplant moet blijven
staan.
Exoten, en dan vooral de ‘plaagplant’
grote waternavel, moeten er juist
met wortel en tak uit volgens dezelfde
gedragscode. Uitvoering van het werk
moet dus zorgvuldig gebeuren en vereist
ook kennis van de waterplanten want het
verschil tussen onze eigen aarvederkruid
en de exotische varianten is voor een leek
nauwelijks te zien. Bij twijfel schakelt
harkboot.nl een waterplantenspecialist in,
de bioloog Roelf Pot.
Bij het opschonen van visvijvers in
gemeenten gaat het over ’t algemeen wat
eenvoudiger. Zo is een vijver in Winschoten
met de harkboot ontdaan van de gele
plomp die de hele vijver bedekte en het
vissen onmogelijk maakte. Iedereen blij, de
gemeente voerde de berg wortelstokken af.
Bij het werk in waterschapswateren zorgt
het waterschap voor de afvoer van de
plantenresten.
Bestuursleden van HSV Appingedam staan versteld hoeveel waterpest er boven komt. Het kanaal Buinen-Buinerveen is weer toegankelijk gemaakt door het verwijderen van een overmaat aan gele plomp.
Handen uit de mouwen
Henk Mensinga, directeur van de
Hengelsportfederatie
Groningen Drenthe,
is de drijvende kracht achter de samenwerking
met harkboot.nl.
“Als je merkt dat steeds meer vissers hun
VISpas opzeggen omdat ze in de buurt niet
meer kunnen vissen is het tijd voor actie.
Natuurlijk houden wij ook van mooie
natuurlijke wateren maar we zijn wel een
organisatie van sportvissers: we willen
vissen. Waterschappen besteden veel geld
aan onderhoud maar ze kunnen niet alles.
Wij ook niet, maar we kunnen dankzij onze
goede samenwerking nu wel zelf de
grootste probleemwateren aanpakken. Dat
kost geld, veel geld, maar het is goed
besteed. Neem het Oranjekanaal bij
Orvelte. Hier was niet meer te vissen.
Harkboot.nl was nog maar net klaar of er
zat in het weekend al weer een rij
sportvissers te genieten én te vangen.
Tussen de bulten vederkruid want het
waterschap moest ze nog opruimen. Daar
doen we ’t voor.
Of die twee Belgische broers die we aan het
Oranjekanaal troffen. Ze hadden
gegoogled en zo ontdekt dat we het kanaal
hebben opgeschoond en visstekken
gemaaid. Ze boekten een vakantiehuisje in
de buurt en waren vol lof over ons water,
de VISpas waarmee je overal kunt vissen
en de aardige mensen hier. Nu iedere
sportvisser een euro bijdraagt aan dit werk,
kunnen we meer doen. Ook vijvers in
dorpen en stadswijken zijn belangrijke
viswateren, vooral voor de jeugd en
ouderen. Deze willen we waar nodig ook
aanpakken zodat de bewoners er weer
terecht kunnen en bovendien goede
vangstkansen hebben.”
Krabbenscheer mag dan belangrijk zijn voor de groene glazenmaker, het overwoekert echter snel een wat waardoor er onder het plantendek geen leven meer mogelijk is. In het heldere, plantenrijke water voelt de zeelt zich weer thuis.
Krabbenscheer versus vissen: een dilemma
Krabbenscheer (Stratiotes aloides) drijft
met zijn bladrozet in het water. De
stekelige bladeren, die lijken op een
aloë, steken ‘s zomers boven water uit.
In de winter zakt de plant naar de
bodem. Hij vermeerdert zich met
uitlopers en kan in korte tijd hele
watergangen bedekken.
Onder onze waterplanten neemt de
krabbenscheer een bijzondere plaats in
omdat een libellesoort, de groene
glazenmaker, van deze plant afhankelijk is.
Deze libelle zet haar eitjes uitsluitend af in
krabbenscheervegetaties, waar de larven
voordat ze uitvliegen enkele jaren leven
tussen de stekelige bladeren die ze
beschermen tegen rovers. Hoewel de
groene glazenmaker in heel Europa
voorkomt, bevindt de kernpopulatie zich
vooral in onze noordelijke regio: Drenthe,
Groningen, Friesland en Noordwest-Overijssel,
waar ook de meeste krabbenscheer
voorkomt.
De krabbenscheer zelf is niet meer
beschermd, de groene glazenmaker is dat
wél op basis van Europese regels, die zijn
opgenomen in de Habitatrichtlijn.
Consequentie is dat het leefmilieu van
deze libelle niet mag worden verstoord.
Waterbeheerders hebben een zorgplicht
voor krabbenscheer.
In de Gedragscode die
de waterschappen bij onderhoud hanteren
is opgenomen dat 50% van de krabbenscheer
moet blijven staan en er pas weer
onderhoud mag plaatsvinden als de plant
is uitgegroeid naar de oorspronkelijke
omvang. De provincie ziet als bevoegd
gezag toe op naleving van de regels. Daarin
staat ze niet alleen: in Noord-Nederland is
de stichting Platform Berend Botje actief,
die volgens haar statuten de groene
glazenmaker en de krabbenscheer ‘actief,
preventief en correctief’ beschermt. Niet
alleen door ‘aangetaste krabbenscheervegetaties
te herstellen’ maar ook door
het nemen van juridische stappen tegen
organisaties die ‘de wetten en regels die de
groene glazenmaker beschermen overtreden.’
En die juridische stappen zijn
inmiddels meermalen genomen; het is
spitsroeden lopen voor de waterbeheerders.
Met Grotewaternavel dichtgegroeide sloot.
Waterschap Hunze en Aa’s beheert een
groot aantal kanaaltjes en wijken in
Zuidoost-Drenthe die zijn gegraven in de
tijd van de veenontginning. Ze dienden
voor de afwatering van het veen en voor
het vervoer van de turf en later landbouwproducten.
Scheepvaart vindt er nu niet
meer plaats. Juist in deze wateren
vermeerdert de krabbenscheer zich de
laatste jaren explosief, vooral nu minder
verontreinigende stoffen vanuit de
landbouwgebieden inspoelen. Sommige
kanalen zitten van voor tot achter
potdicht, tot ergernis van de aanwonenden.
Hunze en Aa’s zoekt een oplossing voor de
problematiek. Dit najaar hield het
waterschap een info-avond in Emmererfscheidenveen
voor dorpsbewoners en de
visclubs in de regio over de krabbenscheer.
Habitatrichtlijn en Gedragscode versus de
vele klachten. Het dorpshuis zat vol. De
stemming in de zaal was overduidelijk: we
willen ervan af. In de kanalen kun je door
de dichte krabbenscheervegetatie niet
meer vissen, zwemmen, schaatsen of
bootje varen. Watervogels en de ijsvogels
zijn al gevlogen, het stinkt.
Ook waren er lastige vragen: je beschermt
dan wel de groene glazenmaker maar wat
heeft prioriteit als beschermde vissoorten
door de krabbenscheermassa verdwijnen,
zoals de grote modderkruiper of rode
lijst-soorten als de alver en kroeskarper?
Het waterschap was benieuwd of er ideeën
waren om de overlast te verminderen. Die
waren er variërend van burgerlijke
ongehoorzaamheid tot een slim idee om
50% van het totale oppervlak van de
krabbenscheer in de regio te verhuizen
naar het natuurgebied Bargerveen, waar
geen mens er last van heeft. De andere
helft kan dan worden opgeschoond.
Een
alternatief was om wateren die afgelegen
liggen geheel op te offeren aan de
krabbenscheer en de wateren die meer bij
de bebouwing liggen vrij te houden. Het
waterschap gaat met de ideeën aan de slag
en komt erop terug.
Na het maaien werd het Oranjekanaal meteen bezocht door twee sportvissers. De crew van de harkboot.