Waterkracht kan een rol spelen in de transitie naar een volledig duurzame energievoorziening, mits aan strenge ecologische voorwaarden wordt voldaan. In ons land heeft waterkracht echter zo’n negatieve impact op de biodiversiteit, dat Sportvisserij Nederland en andere natuurorganisaties tegen de aanleg van nieuwe waterkrachtcentrales zijn.
Nederland is een delta en de toegangspoort tot Europa voor migrerende vissen die zich bovenstrooms in de Rijn en de Maas voortplanten. De rivieren vormen daarbij de ecologische verbinding tussen de paaigronden tot in Zwitserland en Frankrijk en de Noordzee. Daarmee draagt ons land een internationale verantwoordelijkheid voor het voortbestaan en/of de terugkeer van beschermde vissoorten zoals de zalm, paling en steur, maar ook de rivierprik.
Teniet gedaan
De aanleg van waterkrachtcentrales bemoeilijkt het behoud van populaties van migrerende vissen en doet herintroductieprogramma’s teniet. Het behalen van natuurdoelen – zoals de doelen voor Europees beschermde natuur (Natura 2000) en voor waterkwaliteit (Kader Richtlijn Water) – kan daarmee ook buiten bereik komen. Dit terwijl er veel is en wordt geïnvesteerd in natuurherstel en het vrij passeerbaar maken van rivieren en beeklopen (voor vissen in Nederland en onze bovenstroomse buurlanden in het Rijn- en Maasstroomgebied).
Hoog sterftecijfer
Waterkrachtcentrales veranderen natuurlijke processen in de grote rivieren waardoor de ecologische kwaliteit achteruit gaat. Ook raken vissen gedesoriënteerd, beschadigd en zelfs dodelijk gewond door de turbines. Bij de bestaande centrales zijn de sterftecijfers zo hoog dat de duurzame instandhouding of het herstel van vissenpopulaties wordt bedreigd. Bovendien zijn er tot op heden nog geen bewezen technieken bekend die nieuwe centrales in voldoende mate goed passeerbaar maken (zowel stroomopwaarts als -afwaarts).
Beperkte bijdrage
Waterkrachtcentrales hebben in het vlakke Nederland een lage opbrengst en kunnen daarom slechts een marginale rol spelen in de verduurzaming van de energievoorziening. Op dit moment wordt 0,3 % van de totale hernieuwbare energie in ons land opgewekt met waterkracht (CBS, 2014), en ook in de toekomst zal waterkracht slechts een beperkte bijdrage leveren aan de verduurzaming van Nederland. De zeer geringe opbrengsten wegen dus niet op tegen de zeer aanzienlijke negatieve impact op de biodiversiteit.
Geen potentie
Gezien de voorgaande argumenten zijn Sportvisserij Nederland, het Wereld Natuur Fonds, ARK Natuurontwikkeling, de World Fish Migration Foundation en Natuurmonumenten fel gekant tegen de aanleg van nieuwe waterkracht- en getijdencentrales in de hoofdwatergangen van onze rivier- en deltasystemen, zoals de Rijn en de Maas. Ook zijn we geen voorstander van nieuwe barrières in andere waterstromen. In plaats daarvan moet volle kracht worden ingezet op het minimaliseren van de negatieve ecologische effecten van bestaande waterkrachtcentrales in grote wateren. Dit bijvoorbeeld door middel van de aanleg van effectief werkende visomleidingen waardoor centrales goed passeerbaar worden voor alle vissoorten en de sterftenorm op maximaal 0,1 % per centrale komt te liggen. Bron:
Hét Visblad