Als sportvisser wil je niet alleen graag weten wat je vangt, je bent van nature nieuwsgierig naar alles wat met vissoorten te maken heeft. Vissen goed kunnen herkennen is belangrijk en dat betekent dat je naar de juiste kenmerken moet kijken. In dit bericht een overzicht waar je allemaal op moet/ kunt letten.
De meeste Nederlandse vissen zijn goed te herkennen en op naam te brengen (determineren) door goed te kijken naar de uiterlijke kenmerken van de vis. In de
online zoetwatervissengids (en de online determinatiemodule) worden de belangrijkste kenmerken voor de herkenning zowel bij de foto als in de tekst met eenzelfde nummer aangeduid onder het kopje Herkenning.
De vissengids is ook beschikbaar als gratis app voor Android en Apple gebruikers. Handig!
Voorbeeldvis
Met behulp van de hieronder getekende ‘voorbeeldvis’ worden de plaats en de benaming van de meest gebruikte uiterlijke kenmerken nader toegelicht.
1. De bekdraden
Het bezit van bekdraden is een belangrijk kenmerk. Vooral het aantal bekdraden en de lengte ervan, helpen mee om een vissoort snel op naam te brengen. Tot de bekdraden worden gerekend alle aanhangsels naast, op en onder de bek.
2. De stand van de bek
Er zijn drie standen te onderscheiden:
| - bovenstandig: de bek wijst naar boven
- eindstandig: de bek wijst naar voren
- onderstandig: de bek wijst naar beneden
|
3. Het aantal schubben op de zijlijn
De schubben op de zijlijn zijn van de andere schubben te onderscheiden, doordat het lijkt alsof er een klein, horizontaal streepje op staat. Om het aantal schubben op de zijlijn te bepalen, moeten alle schubben van de kop tot aan de staartvin worden geteld. Soms wordt ook het aantal schubben boven de zijlijn als kenmerk gebruikt.
4. Aantal, vorm en plaats van de rugvin(nen)
Een aantal vissoorten heeft twee rugvinnen, die al dan niet aaneengegroeid zijn. Bij deze soorten voelt de voorste rugvin vaak stekelig aan. Bij enkele soorten is de achterste rugvin zeer lang. Ook de vorm van een rugvin is vaak een belangrijk kenmerk: deze is dan bolrond of hol.
5. De vetvin
Tussen de rug- en staartvin komt bij een aantal vissoorten een kleine vin zonder vinstralen voor: de vetvin.
6. Vorm en plaats van de anaalvin
Van een aantal vissoorten is de anaalvin hol ingesneden. Bij enkele andere soorten is de anaalvin juist bolrond van vorm. Sommige soorten bezitten een zeer lange anaalvin.
StaartvinDe vorm van de staartvin verschilt per vissoort en kan gevorkt, recht of bol zijn.
BuikvinnenDe plaats van inplant van de buikvinnen ten opzichte van die van de rugvinnen is een handig kenmerk om sommige soorten van elkaar te onderscheiden.
BorstvinnenHoewel de stand, grootte en vorm van de borstvinnen zeer kenmerkend kunnen zijn voor een bepaalde vissoort, worden ze in
deze veldgids niet als determinatiekenmerk gebruikt.
Facebook: Elke vrijdag om 16:00 uur de Vrijdagmiddag Visvraag!
Op Facebook wordt vanaf vrijdag 8 juli wekelijks om 16:00 uur een Vrijdagmddag Visvraag gesteld die alles te maken heeft met visherkenning. Wat kun je ermee winnen? Helemaal niets, behalve een stukje kennis en vermaak, en dat is ook wat waard! Meedoen? Even onze
Facebook pagina liken en je kunt meedoen.