De sportvisserij is een belangrijke stakeholder in het zeevisserijbeleid, in het zeebaarsdossier in het bijzonder. De EU-Commissie erkent deze positie volledig en trad daarom eerder deze week in overleg met de European Anglers Alliance (EAA). Bernhard Friess, directeur Atlantische regio van het directoraat-generaal Maritieme Zaken en Visserij, besprak de zeebaarsmaatregelen voor 2016 met een uitgebreide EAA-delegatie.
De EAA en de top van DG Mare (het departement van de Europese Commissie dat zowel het gemeenschappelijk visserijbeleid als het geïntegreerde maritieme beleid uitvoert) kwamen bij elkaar naar aanleiding van de in december 2015 genomen zeebaarsmaatregelen. De Commissie zegt dat alle lidstaten nu de noodzaak van deze maatregelen inzien en daaraan willen meewerken. Helaas is dat nog niet – zoals de Commissie had gewild – terug te zien in het pakket van maatregelen dat voor 2016 door de visserijministers is vastgesteld.
Daarmee wordt de door ICES aanbevolen reductie namelijk niet gehaald, wat betekent dat het herstel langer gaat duren. De doelstelling van maximale duurzame opbrengst (MSY) moet nu in 2018 zijn behaald. Ook de illegale aanlandingen van zeebaars in diverse Europese havens in de eerste weken van dit jaar kwamen bij het overleg aan de orde. De Commissie neemt dit probleem hoog op en beloofde passende maatregelen te nemen.
Cijfers 2015 en 2016
Halverwege februari komen de resultaten van de visserij beperkende maatregelen (beroep en recreatief) over 2015 beschikbaar en dan moet blijken wat er aan vangstreductie is gerealiseerd. Vervolgens brengt ICES in juni haar advies voor 2017 uit. De cijfers van zeebaars aanlandingen in dit jaar – voor 2016 geldt een maandelijkse rapportageplicht voor de lidstaten – zijn daarbij allesbepalend voor het toekomstig beheer. Blijken de maatregelen niet te werken, dan is een tussentijdse aanpassing van het pakket maatregelen een reële optie. Hiervoor is instemming van de visserijministers noodzakelijk.
Lange termijn beheer
Het lange termijn beheer moet uiteindelijk de oplossing bieden voor de toekomst van de zeebaars. Dit is een wettelijk instrument om bindende afspraken te maken voor het noodzakelijke beheer van deze vis. Dat heeft als voordeel dat er een langjarige stabiliteit komt in de reductie doelstellingen en dat nationale- of deelbelangen vanuit sommige visserijsectoren daar minder invloed op hebben. Het is dus belangrijk om de grenzen van de maximale visserijsterfte wettelijk te verankeren in de lange termijn plannen. Dat moet gebeuren via visserij beperkende maatregelen zoals maximale aanland hoeveelheden, aanlandverboden én baglimits. De lidstaten moeten deze plannen voor het lange termijn beheer opstellen en die voorleggen aan de Commissie.
Franse pilot met logboek
Het Franse EAA-lid (FNPPS) deed in het overleg een voorstel voor een maandelijkse i.p.v. een dagelijkse baglimit. Die maandelijkse limiet zou op 30 bovenmaatse baarzen kunnen worden gesteld. Dit zodat de leden van de Franse sportvisserijkoepel – vrijwel allemaal bootvissers die maar enkel dagen per maand de zee opgaan – meer ruimte zouden krijgen. Dat zou dan via een logboeksysteem moeten worden gecontroleerd. De EU-Commissie heeft hier geen bezwaar tegen, zolang de reductie doelstelling maar wordt gehaald. De FNPPS moet dit idee verder uitwerken en aantonen dat het echt werkt. Als hen dat lukt en ook de Franse overheid dit ziet zitten, bestaat er een kans dat in Frankrijk een dergelijke pilot van start gaat.