Vis & water

Wist je dat? - de glasaal

3038
27 dec 2022

De larven van de Europese aal/paling (Anguilla anguilla) die in de Sargassozee ter wereld komen transformeren op de helling van het continentaal plat tot glasaal. Daarna begint de lange tocht richting Europa om in brak en zoet water verder op te groeien. Deze reis richting estuaria en riviermondingen stelt hoge eisen aan het oriëntatievermogen van de glasaal.

Over het gedrag en de leefwijze van glasaal in zee is nog veel onbekend. We weten wel dat hij vanaf zijn geboortegrond meer dan 5.000 kilometer migreert om de opgroeigebieden in Europa te bereiken. Dat is een behalve een lange, ook een uitdagende reis. Gedurende de migratie doorkruist de glasaal een grote variëteit aan gebieden met talrijke verschillen in bijvoorbeeld diepte, zoutgehalte en stromingen.

Om het reisdoel te bereiken vertrouwt hij onderweg op een complex biologisch fenomeen waarbij informatie afkomstig vanuit verschillende prikkels en zintuigen tot één geheel wordt geïntegreerd. Uit een compilatie van onderzoeksgegevens blijkt dat de glasaal gebruikmaakt van oriëntatie op de maan, het aardmagnetisch veld, chemische signaalstoffen (geurstoffen, zoutgehalte) en rheotaxis (stroming, getij).

Drie stappen

Op iedere ‘stap’ van de reis gebruikt de glasaal een combinatie van waarnemingen, die zijn gerelateerd aan de heersende omstandigheden op die locatie op dat moment. In het eerste deel van de reis domineert op zee de oriëntatie op de combinatie van de maan en het aardmagnetisch veld (glasaaltjes hebben een inwendig kompas waarmee ze de magnetische richting van getijstromen kunnen bepalen en inprenten).

In het middendeel navigeert de glasaal in kustwater vooral op het magnetisch veld en geurstoffen. Het reukorgaan is namelijk reeds dermate goed ontwikkeld dat ze al ver in zee geurstoffen en zoutgehalten uit het zoete water kunnen waarnemen. Nabij het estuarium is het de combinatie van chemische signaalstoffen, getij, stroming en inprenting van het magnetisch veld die
de glasaal de weg wijst.

Ragfijn samenspel

Er is dus niet één wegwijzer die de glasaal bij dit zeer complexe migratieproces aangeeft waar hij precies heen moet zwemmen. Het is een ragfijn samenspel van verschillende oriëntatiemechanismen die hem de weg wijst van de Sargassozee naar de Europese binnenwateren. 

Door voortdurend de combinatie van meerdere signalen te detecteren, weet de glasaal waar hij zich in zee bevindt en in welke richting de migratie richting het zoete water moet worden voortgezet. Die reis zal vermoedelijk niet in één rechte lijn worden afgelegd – niet in geografisch opzicht, noch in tijd. Vanwege de afstand en grote verscheidenheid aan milieus onderweg is het de veronderstelling dat de migratie is onderverdeeld in diverse etappes, zodat de jonge paling zich telkens kan aanpassen aan een nieuwe omgeving.
Er zijn geen gerelateerde berichten.

Om u de beste gebruikservaring te kunnen bieden, gebruiken wij cookies. Voor meer inhoudelijke informatie en het onderscheid die wij hier in maken, verwijzen wij u door naar ons. cookiebeleid.