Bron: ad.nl. GOUDA - Het Goudse vissenbestand lijkt gezonder en gevarieerder dan verwacht. Die voorzichtige conclusie trekken de bestuursleden van de Goudse Hengelvereniging, nadat gisteren de populatie in het water rond het Baden Powellplantsoen in Oud-Goverwelle is onderzocht.
Sportvissers hadden eerder aan de bel getrokken bij de hengelvereniging. ,,Zij constateerden dat de vissen die ze vingen kleiner waren van omvang en dat het bestand leek af te nemen,’’ zegt voorzitter van de vereniging Chiel Amkreutz.
,,In 2003 hebben we de visstand in Gouda uitgebreid onderzocht en in kaart gebracht in het Visstandbeheerplan, voor een periode van tien jaar. Déze signalen konden we echter niet negeren, dus hebben we een beroep gedaan op de expertise van Sportvisserij Nederland om het water tussentijds te onderzoeken.’’
In de stromende regen spant beroepsvisser Piet Kalkman vanuit een bootje op het water een net uit, waarin al het onderwaterleven wordt opgevangen. Samen met enkele leden van de hengelvereniging - met 1500 leden een van de grootste verenigingen van Gouda - bekijkt hij de vangst goedkeurend.
,,Er zijn een hoop hengelverenigingen in het land die hier stikjaloers op zullen zijn,’’ roept hij vanuit het bootje naar de mannen aan de kant. Er zitten veel kleine vissen tussen, maar ook zogenaamde spiegels (karpers met vrijwel geen schubben), snoeken, roofbei en witvis. Even daarvoor is al een karper van 24 pond gevangen. ,,Een prachtig karperbestand.’’
,,Niets wijst erop dat de visstand hier afneemt, integendeel,’’ zegt Amkreutz. Hoe dat verhaal dan toch de wereld is gekomen? ,,Tja, misschien dat de huidige sportvissers toch iets aan ervaring missen en daardoor niet precies weten hoe ze de visstand kunnen peilen.’’
Wel is de vernietigende aanwezigheid van aalscholvers goed zichtbaar. ,,Die bijten de vissen in de vinnen en laten verwondingen na in de vorm van gaten door de huid en vinnen heen.’’
Te grote snoeken kunnen ook een schadelijke invloed hebben op hun leefomgeving. ,,Ze eten een groot deel van de kleinere vissen op. Toch kiezen wij ervoor om deze vissen - net als de rest van onze vangsten - na onderzoek weer terug te gooien in het water.’’
In een tijdsbestek van anderhalf uur wordt van alle gevangen vissen de lengte gemeten op een meetlat en het soort bepaald. ,,Van enkele vissen nemen we een schub af. Een schub geeft informatie over de leeftijd van een vis. Als die totaal niet correspondeert met de lengte, is dat voor ons een teken dat er iets mis is.’’
Het gure weer is onlosmakelijke verbonden met een vissentelling. ,,In de winter kunnen de vissen als het moet twee uur zonder water. In de zomer staan daar vijf minuten voor. Het koude weer maakt het een stuk diervriendelijker.’’
Volgens Amkreutz geeft het beperkte onderzoek in Oud-Goverwelle een redelijk representatief beeld van het vissenbestand in Gouda. ,,Het lijkt de goede kant op te gaan met de populatie in het water. Toch zijn er ook problemen. In Bloemendaal bijvoorbeeld, waar de rode Amerikaanse rivierkreeft huist. Door voormalige eigenaars een aantal jaren geleden gedropt vanuit aquaria en nu een groeiend probleem voor de omgeving.’'
Daar zal binnenkort nader onderzoek naar worden gedaan, wederom door een beroepsvisser. De regenachtige ochtend in Oud-Goverwelle laat alle deelnemers echter achter met op z’n minst een hoopvol gevoel. ,,De snoekbaars is hier weer te vinden, die leek in 2003 volledig te zijn verdwenen. Het wemelt in dit water van het leven.’’
Bron: ad.nl.