Sinds 2010 worden er in het kader van het aalherstel in ons land weer miljoenen glasalen uitgezet. Wetenschappelijk onderzoek toont echter aan dat 175 jaar glasaaluitzet geen effect heeft gehad op de populatie volwassen alen.
Dat concludeert Willem Dekker – visserijbioloog bij de Zweedse Lantbruksuniversitet SLU – in een artikel in
Visionair, het vakblad van Sportvisserij Nederland over de biologie en het beheer van vissen. In de periode van midden jaren ’60 tot midden jaren ’80 van de vorige eeuw zijn er in totaal ruim drie miljard glasalen in Europa uitgezet. ‘Op de plekken waar glasaal werd uitgezet zal de productie zeker zijn toegenomen, maar aan het totaal heeft dat toch maar weinig toegevoegd’, schrijft Dekker.
Valse verwachtingen
De intrek van glasaal in Europa nam na 1980 bijzonder snel af. Deze dalende trend is tot op heden niet gekeerd,
waardoor het aalbestand zich in een zeer kritieke toestand bevindt. Sinds 2010 wordt er glasaal uitgezet als onderdeel van het Europese Aal-herstelplan. Dat heeft volgens Dekker nauwelijks zin: ‘De opbrengst daarvan is zo marginaal, dat die de verslechterende omstandigheden maar in zeer beperkte mate heeft kunnen compenseren. De hoge verwachtingen die sinds jaar en dag rond uitzettingen bestaan, zijn niet gerechtvaardigd’.
Irrelevante discussie
Uit het feit dat de uitzet van glasaal de neerwaartse trend niet substantieel heeft kunnen vertragen of compenseren, concludeert Dekker dat de toestand van de aalstand en aalvisserij door heel andere factoren wordt bepaald. ‘Het beheer van de aal en de aalvisserij wordt in heel Europa al 175 jaar lang door een nauwelijks relevante discussie over uitzettingen vertroebeld.
De ontelbare aantallen glasaal die zijn uitgezet, waren waarschijnlijk beter af geweest als ze hadden kunnen opgroeien in het gebied waar ze zijn weggevangen’.