Reuzenhaai
Reuzenhaaien
Cetorhinus maximus, (Gunnerus, 1765)*
Lengte afgebeelde vis: 0 cm
Lengte tot circa: 1100 cm
Toelichting
Herkenning: 1. Kieuwspleten bijna tot aan de rugzijde. 2. Rug grijsbruin tot zwart, zijden lichter en buik vuilwit. De tanden van de ongevaarlijke reuzenhaai zijn zeer klein en afgeplat.
Verspreiding: Atlantische - en Pacifische Oceaan, Noordzee. Langs de Nederlandse kust sporadisch, vooral jonge exemplaren in de zomer.
Leefwijze: Leeft vrijzwemmend tot een diepte van 2000 meter maar vooral traag zwemmend nabij het wateroppervlak. Zwemt vaak in groepjes van drie of vier exemplaren. Het vrouwtje zet geen eieren af, maar wordt inwendig bevrucht en brengt volledig ontwikkelde jongen ter wereld. Het vrouwtje krijgt per keer één of twee jongen van ongeveer 150 cm lang.
Voedsel: Leeft van plankton (vooral krill), dat met open bek door het water zwemmend met behulp van een fijne kieuwzeef uit het water wordt gefilterd. In de winter wordt de kieuwzeef, die wordt gevormd door aanhangsels aan de kieuwbogen, afgestoten. De reuzenhaai kan hierdoor gedurende de winter geen voedsel opnemen.
Naamgeving: Basking shark Riesenhai Requin-pèlerin
Meer informatie
* Naam van de eerste auteur die de vissoort een wetenschappelijke naam gaf, en het jaar waarin dat gebeurde. Is de eerste wetenschappelijke naam nadien gewijzigd, dan staan de auteursnaam en het jaartal tussen haakjes.