Rivierdonderpad
Donderpadden
Cottus perifretum, Linnaeus, 1758*
Lengte afgebeelde vis: 12 cm
Lengte tot circa: 18 cm
Toelichting
Herkenning: 1. De 2 rugvinnen grenzen aan elkaar; het achterste deel is beduidend langer dan het voorste deel. 2. Op het kieuwdeksel bevindt zich een omhoog wijzend stekeltje. 3. De ogen liggen dicht bij elkaar boven
op de “kikkerachtige” kop. Schubben ontbreken. 4. Kan verward worden met de marmergrondel.
Verspreiding: Vrij zeldzaam. Komt in geringe aantallen voor in enkele beken. Heeft een voorkeur voor een harde, stenige bodem. In groter aantal te vinden in grote rivieren en meren met stenen oevers.
Leefwijze:
Voedsel: Het voedsel bestaat voornamelijk uit insectenlarven, wormpjes en kleine kreeftachtigen.
Naamgeving: Bullhead Groppe Chabot
Een "R" betekent dat de vissoort is opgenomen op de Rode lijst.
Meer informatie
* Naam van de eerste auteur die de vissoort een wetenschappelijke naam gaf, en het jaar waarin dat gebeurde. Is de eerste wetenschappelijke naam nadien gewijzigd, dan staan de auteursnaam en het jaartal tussen haakjes.