Dwergtong
Tongen
Buglossidium luteum, (Risso, 1810)*
Lengte afgebeelde vis: 10 cm
Lengte tot circa: 18 cm
Toelichting
Herkenning: 1. Platvis met ogen op de rechterzijde en een ronde snuit die voor de bek uitsteekt (onderstandige bek). 2. In de rug- en anaalvin is om de twee of drie vinstralen een donkere vinstraal aanwezig. Borstvin aan de ongepigmenteerde zijde nauwelijks ontwikkeld.
Verspreiding: Middellandse Zee, Noordoost-Atlantische Oceaan, Noordzee tot in het Kattegat. Langs de Nederlandse kust algemeen.
Leefwijze: De dwergtong leeft op zandbodems, gewoonlijk tot een diepte van 50 meter. Paait van maart tot juli.
Voedsel: Kleine wormen en kreeftachtigen.
Naamgeving: Solenette Zwergzunge Petite sole jaune
Een "V" betekent dat de vissoort in de Visserijwet is opgenomen.
Meer informatie
* Naam van de eerste auteur die de vissoort een wetenschappelijke naam gaf, en het jaar waarin dat gebeurde. Is de eerste wetenschappelijke naam nadien gewijzigd, dan staan de auteursnaam en het jaartal tussen haakjes.