Slijmvis

Slijmvis

Slijmvissen

Lipophrys pholis, (Linnaeus, 1758)*

Lengte afgebeelde vis: 0 cm
Lengte tot circa: 16 cm
R

Toelichting

Herkenning: 1. Kleine vis zonder schubben en met een slijmerige huid, zonder tentakels boven de ogen. 2. Een lange rugvin (van kop tot staart) met inkeping in het midden en een half zo lange anaalvin. 3. Buikvinnen bestaande uit één stekel en twee vinstralen, ingeplant vóór de forse borstvinnen.
Verspreiding: Oost-Atlantische Oceaan en Noordzee. Langs de Nederlandse kust zeldzaam. Bij stenige dijken en andere kunstwerken plaatselijk vrij talrijk.
Leefwijze: Leeft in ondiep water, waaronder het getijdengebied beneden de laagwaterlijn, met name tussen stenen, in rotsspleten en poelen. Tijdens en na de paai van april tot augustus bewaakt het mannetje het territorium, waarin meerdere vrouwtjes hun eieren afzetten, totdat deze uitkomen. ’s Winters in dieper water
Voedsel: Slakken, vlokreeftjes, zeepissebedden en roeipootkreeftjes.

Naamgeving: Shanny Schan Blennie pholis

Een "R" betekent dat de vissoort is opgenomen op de Rode lijst.


Meer informatie

* Naam van de eerste auteur die de vissoort een wetenschappelijke naam gaf, en het jaar waarin dat gebeurde. Is de eerste wetenschappelijke naam nadien gewijzigd, dan staan de auteursnaam en het jaartal tussen haakjes.

Om u de beste gebruikservaring te kunnen bieden, gebruiken wij cookies. Voor meer inhoudelijke informatie en het onderscheid die wij hier in maken, verwijzen wij u door naar ons. cookiebeleid.