Gevlekte lipvis

Herkenning: 1. Stevig gebouwde vis, meestal groen/rood gevlekt, maar variabel in kleurpatroon. Eén rugvin met 12-21 stekels. 2. Spitse snuit en vlezige lippen. 3. Achterrand van de voorkieuwdeksel glad. 4. Meer dan 40 schubben in de zijlijn.
Verspreiding: Noordoost-Atlantische Oceaan van Marokko tot halverwege Noorwegen, Noordzee. Wordt langs de Nederlandse kust sporadisch gevangen.
Leefwijze: Leeft in de omgeving van rotsen. Maakt ’s zomers in rotsspleten een nest van wier dat door het mannetje wordt bewaakt.
Voedsel: Kreeftachtigen, weekdieren en mosselen.

* Naam van de eerste auteur die de vissoort een wetenschappelijke naam gaf, en het jaar waarin dat gebeurde. Is de eerste wetenschappelijke naam nadien gewijzigd, dan staan de auteursnaam en het jaartal tussen haakjes.