Grote zeenaald
Zeenaalden
Syngnathus acus, Linnaeus, 1758*
Lengte afgebeelde vis: 0 cm
Lengte tot circa: 47 cm
Toelichting
Herkenning: 1. Snuit buisvormig, langer dan de halve koplengte en met kleine eindstandige bek. 2. Langwerpig, slangachtig lichaam met benige lichaamsringen, volwassen dieren met donkere dwarsbanden. Borstvinnen en staartvin aanwezig. 3. 17-21 ringen vóór de anaalopening, 39-43 ringen achter de anaalopening (tellen bij kleine dieren noodzakelijk om verwarring met kleine zeenaald uit te sluiten!).
Verspreiding: Noordoost-Atlantische Oceaan, Noordzee tot een diepte van 50 meter. Langs de Nederlandse kust algemeen, vooral in zeegaten met zand- en modderbodems.
Leefwijze: De grote zeenaald leeft tussen zeewier en mosdiertjes. Paait in het voorjaar en in de zomer. Het vrouwtje legt 300-400 eieren in de broedbuidel van verschillende mannetjes.
Voedsel: Kleine kreeftachtigen en vislarven.
Naamgeving: Greater pipefish Grosse Seenadel Syngnathe aiguille
Een leeg cirkeltje geeft aan dat de vissoort niet in één van de wetten voorkomt.
Meer informatie
* Naam van de eerste auteur die de vissoort een wetenschappelijke naam gaf, en het jaar waarin dat gebeurde. Is de eerste wetenschappelijke naam nadien gewijzigd, dan staan de auteursnaam en het jaartal tussen haakjes.