Koornaarvis
Koornaarvissen
Atherina presbyter, Cuvier, 1829*
Lengte afgebeelde vis: 7 cm
Lengte tot circa: 21 cm
Toelichting
Herkenning: 1. Twee korte, gescheiden rugvinnen, de eerste met zeven tot acht dunne, harde vinstralen. Anaalvin met 15-18 vinstralen. 2. Zijlijn met 53-57 schubben. 3. Zilverkleurige lengtestreep op de flanken.
Verspreiding: Noordoost-Atlantische kusten van Marokko tot Schotland en Denemarken, inclusief Noordzee. Langs de Nederlandse kust algemeen, ook in de Waddenzee en Zeeuwse wateren.
Leefwijze: Leeft in scholen langs de kust, soms ook in estuaria. Paait van april tot juni. De eieren kleven aan zeewier
Voedsel: Dierlijk plankton, kleine kreeftachtigen en vislarven.
Naamgeving: Sand-smelt Ährenfisch Prêtre
Een leeg cirkeltje geeft aan dat de vissoort niet in één van de wetten voorkomt.
Meer informatie
* Naam van de eerste auteur die de vissoort een wetenschappelijke naam gaf, en het jaar waarin dat gebeurde. Is de eerste wetenschappelijke naam nadien gewijzigd, dan staan de auteursnaam en het jaartal tussen haakjes.