Vijfdradige meun

Vijfdradige meun

Kabeljauwen

Ciliata mustela, (Linnaeus, 1758)*

Lengte afgebeelde vis: 0 cm
Lengte tot circa: 30 cm
V

Toelichting

Herkenning: 1. Twee rugvinnen, de eerste met één normale vinstraal, gevolgd door een rij zeer korte vinstralen in een groef en de tweede met 45-56 normale vinstralen. 2. Kop kort, minder dan 1/5 van de totale lengte. 3. Eén draad op de kin en vier bovenop de snuit.
Verspreiding: Noordoost-Atlantische Oceaan, Noordzee. Langs de Nederlandse kust algemeen.
Leefwijze: Leeft op zandige bodems in ondiep water tot een diepte van 20 meter, vooral in de wierzone. Trekt in de herfst naar dieper water voor de paai en keert in het voorjaar terug naar ondieper water.
Voedsel: Garnalen en kleine vis.

Naamgeving: Five-bearded rockling Fünfbärtelige Seequappe Motelle à cinq barbillons

Een "V" betekent dat de vissoort in de Visserijwet is opgenomen.


Meer informatie

* Naam van de eerste auteur die de vissoort een wetenschappelijke naam gaf, en het jaar waarin dat gebeurde. Is de eerste wetenschappelijke naam nadien gewijzigd, dan staan de auteursnaam en het jaartal tussen haakjes.

Om u de beste gebruikservaring te kunnen bieden, gebruiken wij cookies. Voor meer inhoudelijke informatie en het onderscheid die wij hier in maken, verwijzen wij u door naar ons. cookiebeleid.