Heek
Heken
Merluccius merluccius, (Linnaeus, 1758)*
Lengte afgebeelde vis: 0 cm
Lengte tot circa: 140 cm
Toelichting
Herkenning: 1. De eerste rugvin kort, de tweede rugvin en de anaalvin lang en naar achter toe hoger wordend. 2. Bovenstandige bek met lange, puntige tanden en zonder kindraad. 3. Binnenzijde bek en kieuwen zwart.
Verspreiding: Oost-Atlantische Oceaan, met name langs de randen van het continentale plat. In de Noordzee minder algemeen en langs de Nederlandse kust sporadisch.
Leefwijze: De heek leeft op een diepte van 70-400 meter en soms nog dieper. Houdt zich overdag vaak op de bodem op en ’s nachts in midwater. Paait van december tot juli op een diepte van 100-300 meter.
Voedsel: Vis en inktvis.
Naamgeving: Hake Seehecht Merlu
Een "V" betekent dat de vissoort in de Visserijwet is opgenomen.
Meer informatie
* Naam van de eerste auteur die de vissoort een wetenschappelijke naam gaf, en het jaar waarin dat gebeurde. Is de eerste wetenschappelijke naam nadien gewijzigd, dan staan de auteursnaam en het jaartal tussen haakjes.